Geplaatst op 18 november 2025

60 jaar Nostra aetate – deel 3

Dit jaar is het zestig jaar geleden dat tijdens het Tweede Vaticaans Concilie de Rooms-Katholieke Kerk haar blik op de andere religies in de wereld herzag en vervatte in het document Nostra aetate (‘In onze tijd’). Dit jaar neemt de voorzitter van de KRJ in een aantal artikelen steeds enkele zinnen uit het document onder de loep. Vandaag: deel 3.

Door: Hans-Peter Bartels

Dat ‘Nostra aetate’ niets aan actualiteit heeft ingeboet, wordt duidelijk door de volgende zinnen:

“Wij kunnen onmogelijk God, de Vader van alle mensen, aanroepen, wanneer wij weigeren, ons als broeders te gedragen jegens bepaalde mensen, naar Gods beeld geschapen. De verhouding van de mens tot God, onze Vader, en de verhouding van de mens tot de mensen, zijn broeders, zijn zo nauw met elkaar verbonden, dat de Schrift zegt: “Wie niet liefheeft, kent God niet” (1 Joh. 4,8).

Hiermee valt de grondslag weg voor iedere theorie of praktijk, die een discriminatie wil invoeren tussen de ene mens en de andere, tussen het ene volk en het andere inzake de menselijke waardigheid en de daaruit voortvloeiende rechten.”

Persoonlijk zou ik er “… zijn broeders en zusters” van maken, maar dat even terzijde. Alle mensen zijn kinderen van God en daarmee broers en zussen van elkaar. Die broeder- en zusterschap is een van de kernthema’s in de franciscaanse spiritualiteit. Ik vind het dan ook prachtig dat het zo direct in Nostra aetate terugkomt. Het is een tekst die heel wat mensen – ook sommigen die zich katholiek noemen – van harte mogen nemen. De ene mens is niet meer dan de ander, we mogen groepen niet uit elkaar drijven en tot zondebok maken. Als we dat toch eens allemaal in deze wereld zouden doen… dan is het paradijs weer terug op aarde.

Moge het zo zijn!

Br. Hans-Peter Bartels ofm is franciscaan in Megen en voorzitter van de KRJ


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.