Veelgestelde vragen
Natuurlijk weten we niet alles over Jezus. We moeten het doen met de Evangelies uit het Nieuwe Testament, die pas jaren na zijn overlijden werden geschreven, en enkele externe bronnen. Sommigen twijfelen zelfs of Jezus echt geleefd heeft. Toch zijn de meeste deskundigen het er wel over eens dat er een ‘historische’ Jezus is geweest, die een eigen rol speelde binnen de theologische discussies en stromingen in het Jodendom van zijn tijd. Alhoewel Jezus ook geregeld sprak over niet-Joden is er geen reden om aan te nemen dat hij ooit een geloofsbeweging voor zowel Joden als niet-Joden heeft willen beginnen. Pas na zijn dood ontstond het idee dat die nieuwe gemeenschap, de christenen, wellicht een brug kon slaan tussen beide groepen, al ging dat met de nodige interne discussies gepaard. Ook in de niet-Joodse wereld kregen de eerste christenen te maken met zware vervolging. Pas gaandeweg is het christendom zich steeds meer gaan ontwikkelen als een ‘zelfstandige’ religieuze stroming met weliswaar stevige wortels in het Jodendom, maar meer en meer een stroming van niet-Joden.
De reconstructie van de dood van Jezus is zo mogelijk nog ingewikkelder dan het krijgen van een goed en objectief beeld van zijn leven. De geschiedschrijving door de auteurs van de vier Evangelies kunnen niet als wetenschappelijke bronnen worden beschouwd. Feit, fictie en duiding lopen daarvoor te veel door elkaar. Er zijn wel indicaties dat een figuur als Jezus door de Romeinse bezetters van die tijd ter dood is gebracht. Mogelijk omdat de Romeinen Jezus zagen als een leider van een verzetsbeweging tegen de Romeinse overheersers. En omdat sommige Joodse geestelijke leiders, met name de priesterlijke elite rond de Tempel, hun positie zagen ondermijnd door de ongezouten kritiek van Jezus op heersende gang van zaken. Wat populair gezegd zou Jezus het slachtoffer geworden kunnen zijn van een politiek-religieuze coalitie die de status quo in gevaar zagen komen. Om de Joden van toen, laat staan van deze tijd, de dood van Jezus in de schoenen te schuiven, is vanuit historisch en moreel oogpunt onterecht en oneerlijk.
Lange tijd is gedacht dat God het volk Israël, dat in het Oude Testament zijn uitverkoren volk wordt genoemd, aan de kant heeft gezet nadat zij Jezus als de Messias afwezen. De christenen zouden dan Gods nieuwe uitverkorenen volk zijn. In de 20ste eeuw hebben theologen naar voren gebracht dat God geen exclusieve relaties heeft met bepaalde groepen gelovigen maar zich door alle tijden en op verschillende wijzen openbaart. In die opvatting komt het Nieuwe Testament niet in de plaats van het Oude Testament maar dienen beide Bijbelboeken in hun onderlinge samenhang omarmd te worden. Het verhaal van God met ons mensen gaat door, tot op de dag van vandaag. En de belofte die God eens aan het Volk Israël deed, houdt Hij gestand. Lost dat alle vragen en problemen op? Nee, natuurlijk niet.
Ja, in de kerkelijke verkondiging en de theologische opvattingen van toonaangevende christelijke denkers zitten onmiskenbaar diepe antisemitische patronen. Dat wil niet zeggen dat christelijke predikers en geestelijken altijd opriepen tot fysiek geweld tegen Joden, laat staan tot de systematische uitroeiing van Joden zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Maar zij hebben Joden wel stelselmatig afgeschilderd als een bevolkingsgroep die schuldig was aan de dood van Jezus en daarmee feitelijk de Zoon van God hadden afgewezen en vermoord. Samen met allerlei mythen en verhalen die over Joden de ronde deden, zoals het vermoorden van kleine kinderen, is daarmee eeuwenlang een klimaat in stand gehouden waarin Joden tenminste tweederangsburgers waren, werden gediscrimineerd en soms ook te maken kregen met dodelijk geweld. Pas in de tweede helft van de 20ste eeuw hebben christelijke kerken klip en klaar afstand genomen van deze vormen van antisemitisme.
Gelukkig laat de katholieke Kerk het liever aan God over om te bepalen wie er wel en niet in de hemel komt. Een zeer vrome kloosterzuster, Theresia van Lisieux heeft eens gezegd: “Ik geloof in de hel maar ik geloof dat die leeg is.” Alhoewel veel mensen vermoedelijk toch ook graag zouden zien dat sommigen geen plek in de hemel innemen, geeft dit goed weer hoe wij niet op de stoel van God kunnen gaan zitten. De katholieke Kerk gelooft dat Jezus een unieke positie inneemt in de heilsgeschiedenis die God met ons schrijft. Maar God is ook trouw gebleven aan de belofte die hij aan het Joodse volk heeft gegeven. Daarom heeft het Jodendom zijn eigen unieke relatie met God, zoals ook het christendom God op bijzondere wijze ervaart, door de openbaring in Jezus. Alhoewel de katholieke Kerk ook Joden van harte welkom heet in haar midden, wijst de Kerk actieve bekeringsactiviteiten onder Joden daarom af.
Dat is een terechte vraag. Wanneer het gaat om de verdieping van hun eigen geloof dan hebben de meeste Joden vaak genoeg aan hun eigen traditie. Dat geldt overigens ook voor de relatie met andere godsdiensten. Christenen kunnen dan ook meer van Joden leren dan andersom. Tegelijk onderkennen de meeste Joden het belang van een vriendschappelijke band tussen alle godsdiensten, ook omdat het geloof zo vaak zorgt voor spanningen en conflicten. Naast onderlinge verschillen bestaan er ook veel overeenkomsten tussen de verschillende godsdiensten, zoals de unieke waarde van iedere mens, de keuze voor vrede in plaats van geweld, het belang van gerechtigheid en solidariteit en vooral het samen bouwen aan een meer humane samenleving. Gelovigen van alle gezindten weten elkaar vaak te vinden in het verzet tegen onrecht, ongelijkheid en polarisatie.
Inderdaad zijn er christenen die uiteindelijk besluiten om naar het Jodendom over te gaan of de Joodse wetten na te volgen. Het Jodendom zelf houdt zich niet bezig met het bekeren van niet-Joden, zoals we dat uit het christendom en de islam wel kennen. Het Jodendom is immers niet alleen een vorm van geloven, het is ook een volk. Het Jodendom heeft ook een etnische en culturele dimensie. . Wel zijn er bepaalde Joodse groeperingen die seculiere Joden proberen te overtuigen om ook religieus te gaan leven. Mede tegen die achtergrond heeft er nooit een grootschalige beweging onder christenen plaatsgevonden om Joods te worden, al hebben individuen wel die stap gezet. Kennis over het Jodendom opdoen en je door Joodse bronnen te laten voeden, helpt je wel om je christelijke geloof te verdiepen.
Het Jodendom is door paus Johannes Paulus II onze ‘oudste broer’ genoemd en paus Franciscus heeft zelfs weleens gesproken over tweelingbroers. Het is geen bijster goede familie wanneer je geen weet hebt wat de ander bezighoudt en drijft. Daarnaast biedt het Jodendom een unieke gids om Jezus beter te begrijpen. Wie zegt een leerling van Jezus te willen zijn, kan niet zonder kennis van de wereld waarin en waaruit Jezus leefde. Hetzelfde geldt voor allerlei christelijke gebruiken die direct geworteld zijn in Joodse tradities. Dat ontdekken, betekent een enorme verrijking van je geloof. Bovendien wordt je je juist door de kennismaking van het Jodendom bewuster van de eigenheid van je eigen, katholieke (of andere) traditie.
Natuurlijk is een goede band met moslims in Nederland van groot belang. Zij vormen na het christendom de grootste religieuze groepering in ons land. Toch heeft het Jodendom voor christenen een unieke betekenis, omdat Jezus een Jood was en het christendom in zekere zin uit het Jodendom is voortgekomen. Daarom verrijkt de kennis van de Joodse traditie ook het geloof van iedere christen. Er ontstaan in ons land wel steeds meer vormen van interreligieuze dialoog, waar christenen, moslims, Joden en andersgelovigen aan deelnemen.
De term Heilig Land verwijst naar de centrale rol van Israël in de Bijbel, met name als het land waar Jezus woonde. Het wordt al in de Middeleeuwen gebruikt, zowel in de context van de kruistochten om de Arabische heersers van toen te verdrijven als bestemming van pelgrimstochten. Een bedevaart naar Israël werd in die tijd niet alleen als een vrome reis gezien maar ook als een vorm van boetedoening. Vooral de kloosterorde van de Franciscanen zagen het als hun opdracht om de christelijke aanwezigheid in het Heilig Land veilig te stellen (vgl. https://www.nwo.nl/actueel/nieuws/2017/gw/franciscaner-monniken-claimden-het-heilige-land.html). Tot op de dag van vandaag heeft de paus aan de Franciscanen het beheer van de heilige plaatsen in Israël toevertrouwd (vgl. https://www.kro.nl/katholiek/abc/custodie-van-het-heilig-land).