Geplaatst op 11 maart 2019

Nacht van het Jodendom – Geslaagde publieksavond Jonge Judaici

‘Wat zou jij doen?’ Een onmogelijke vraag als het gaat om situaties van vervolging – zoveel werd duidelijk tijdens de door de Jonge Judaici georganiseerde ‘Nacht van het Jodendom’ op 7 maart jl. in Amsterdam.

Door: Tineke de Lange

Onder de titel ‘Vervolging en verzet’ vertelden drie inleiders ieder vanuit hun eigen vakgebied hoe Joden zich in verschillende perioden en op verschillende manieren tegen aanvallen op hun eigenheid en hun leven hebben verzet. Daarbij kwamen teksten van de grote middeleeuwse geleerde Maimonides en het werk van de Italiaans-Joodse auteur en Auschwitz-overlevende Primo Levi voorbij. Vreemde eend in de bijt leek een katholieke dodenmis, het Requiem van Verdi. Maar na deze avond denk je daar heel anders over.

Resianne Smidt van Gelder-Fontaine, universitair docente Hebreeuws aan de Universiteit van Amsterdam, las met de aanwezigen fragmenten uit een werk van Maimonides (1138-1204) over martelaarschap en gedwongen bekeringen. Hierin behandelt Maimonides de vraag of een Jood die gedwongen moet kiezen tussen het aannemen van een andere religie en martelaarschap, als een afgodendienaar beschouwd moet worden. Achtergrond vormt het bewind van de Almohaden (ca. 1130-1223) in Andalusië en Noord-Afrika. De Almohaden hingen een nogal intolerante versie van de islam aan en zetten hun christelijke en Joodse onderdanen onder druk zich te bekeren. Maimonides reageert in felle bewoordingen op een opponent die meent dat Joden in een dergelijke situatie moeten kiezen voor martelaarschap; immers, de overgang naar een andere religie staat gelijk aan afgoderij. Naar het oordeel van Maimonides gaat deze onwijze rabbijn voorbij aan het cruciale criterium van vrijwilligheid. Alleen bij vrijwillige bekering is sprake van afgoderij, bij gedwongen bekering niet. Bovendien, zo zegt Maimonides, zijn veel Joden onder de Almohaden weliswaar in woord, door het uitspreken van de islamitische geloofsbelijdenis, overgegaan tot de islam, maar houden zij zich thuis aan de voorschriften van de Tora. De Tora blijven zij dus wel degelijk trouw. Maimonides’ positie wordt wel verklaard vanuit zijn eigen familiegeschiedenis. Volgens sommige bronnen was de familie van Maimonides onder dwang tot de islam overgegaan – een lezing overigens die niet iedereen onderschrijft.

Hierna vertelde Julie-Marthe Cohen, conservator van het Joods Historisch Museum, over een bijzondere uitvoering van het Requiem van Verdi. Op 23 juni 1944 bezocht een delegatie van het Rode Kruis vergezeld van hoge nazi-functionarissen het concentratiekamp Theresienstadt. Dit bezoek, inclusief een concert door het gevangenenkoor, was een cynische poging het Rode Kruis zand in de ogen te strooien. Koordirigent Rafael Schächter had voor dit concert voor het Requiem van Verdi gekozen. Niet alleen omdat hij dit met zijn koor al vijftien keer gezongen had, maar vooral omdat dit stuk voor hem een metafoor was voor verzet tegen de ontmenselijking in het kamp. Zo werd met het Dies irae de nazi’s ongemerkt het onvermijdelijke oordeel in het gezicht geslingerd: jullie hebben niet het laatste woord, de geschiedenis zal over jullie oordelen!

Zestig jaar later voerde de Amerikaanse dirigent Murry Sidlin in Theresienstadt zijn concert drama ‘Defiant Requiem’ op, gebaseerd op deze gebeurtenissen. Julie-Marthe Cohen was bij de opvoering van 2009 aanwezig en probeert sindsdien dit indrukwekkende project in Nederland van de grond te krijgen. Een eerdere poging in 2012 liep stuk op de financiering. Maar Cohen gaf niet op. Het plan is nu om ‘Verdi´s Requiem in Theresienstadt: Stemmen van Verzet’ in 2020 op het terrein van kamp Westerbork op te voeren in het kader van ‘75 jaar vrijheid’, en het via de publieke omroep uit te zenden. Een onzekere maar voor de realisatie belangrijke factor is de belangstelling vanuit het publiek. Hoeveel mensen zouden het concert willen bijwonen? Na het zien van een video en de plattegrond van terrein en podium merkte een van de aanwezigen op dat ‘iedereen in Nederland daar wel bij wil zijn’. Waarop een andere aanwezige opmerkte dat dat waarschijnlijk niet geldt voor veel Joden: de oudere generatie wil niet naar Westerbork (‘Daar zijn ze al geweest’) en het Requiem van Verdi is en blijft een katholieke dodenmis. Daar hebben sommigen ook moeite mee.

PThU-promovenda Joyce Ronday vertelde tot slot over Primo Levi. Zijn laatste werk, ’I sommersi e i salvati’ uit 1986, kwam voort uit zijn frustratie over wat hij noemde de ‘afstand van de geschiedenis.’ Hem troffen met name de vragen van jongeren waaruit zowel een totaal onbegrip over de omstandigheden in de kampen (‘Waarom heb je je niet verzet?’) als de identificatie van verzet met een stereotiepe vorm van heldendom sprak. Voor Primo Levi bestaat er namelijk ook zoiets als innerlijk verzet: het niet willen toegeven aan de ontmenselijking. Levi zelf zag juist zijn schrijverschap als daad van verzet. Voor hem zijn er twee wegen van redding, die van de lach en die van het begrip. Die zijn terug te vinden in zijn bloemlezing ‘Het zoeken naar wortels’ (1981), waarin hij teksten had verzameld van auteurs die hem geïnspireerd hadden, van het Bijbelboek Job als beeld van onrechtvaardig lijden tot auteurs als Rabelais (de lach) en Darwin (het begrip). In ‘I sommersi e i salvati’ onderstreept hij vooral dat je je eenvoudig weg niet kunt inleven in de slachtoffers van de Sjoa en van andere mensonterende regimes. De vraag ‘Waarom heb je niet…?’ is een onmogelijke.

Begrip voor slachtoffers van dwang en onderdrukking verbindt Maimonides en Levi. Literatuur kan een vorm van verzet zijn, muziek een metafoor van rechtvaardigheid. Als de Jonge Judaici met hun programma een ding duidelijk gemaakt hebben is het wel hoe belangrijk de zachte krachten van de empathie en van de kunst zijn voor zoiets wezenlijks als menselijkheid. Die zachte krachten hebben het in deze tijd van fake news, wij-en-zij-denken en bevoorrechting van de efficiëntie – de leerstoel van inleidster Smidt van Gelder-Fontaine staat onder druk – niet gemakkelijk.

En het Requiem van Verdi? Sinds 7 maart luister ik daar heel anders naar.

Tineke de Lange is beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom en Begeleidingscommissie Jodendom van de Nederlandse Bisschoppenconferentie

Foto bovenaan: Pixabay | Foto halverwege: Cor Sinnema


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.