Geplaatst op 6 januari 2020

De eerste lezing: zondag 12 januari 2019

Zondag 12 januari: Doop van de Heer
Jes 42,1-4.6-7; Ps 29, 1a en 2. 3ac-4. 3b en 9b-10; Hnd 10,34-38; Mt 3,13-17

Door: Cor Sinnema

God staat volledig achter zijn dienaar en legt zijn geest op hem, aldus Jesaja. Deze dienaar zal opkomen voor de zwakken en weerlozen en zijn komst zal leiden tot heil van alle mensen, want God wil geen geweld, maar een wereld van heil, recht en gerechtigheid. Hierop reageert psalm 29: “God zegent zijn volk met vrede”.

Joden bidden deze psalm drie keer per dag: tijdens het ochtendgebed, middaggebed en avondgebed. Bijzonder is dat in de volledige psalm God achttien keer in wordt genoemd, even vaak als het aantal zegeningen in het Achttiengebed (Sjemonee Esree) dat staande (Amida) wordt gebeden en samen met het Sjema (Hoor, O Israël) de kern vormt van het Joodse gebed.

De eerste lezing en de psalm leggen de basis voor het evangelie, waarin Jezus ‘Mijn geliefde’ wordt genoemd, de Zoon is wie God welbehagen heeft, de ‘uitverkorene’.
___

In de eucharistieviering van de zondag wordt eerst gelezen uit de Joodse Bijbel. Deze ‘eerste’ lezing wordt gevolgd door een psalm of lofzang, die hier goed bij past. Samen vormen zij een eenheid en ze worden gerekend tot het gemeenschappelijke bezit van joden én christenen. Wat leert de eerste lezing ons in relatie tot het evangelie?

___

Cor Sinnema is secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom (KRJ)


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.