De eerste lezing: 26 januari 2020
26 januari 2020: 3e zondag door het jaar
Js 8, 23b-9,3; Ps 27, 1.4.13-14; 1 Kor 1,10-13.17; Mt 4,12-23 of 4,12-17.
Door: Cor Sinnema
Deze allereerste ‘Zondag van het Woord van God’ acht paus Franciscus een geschikt moment om onze banden met het Joodse volk te versterken en te bidden voor de eenheid van de christenen. Hij heeft deze derde zondag door het jaar op het feest van Hieronymus (30 september 2019) in zijn Motu Proprio Aperuit illis tot een apart liturgisch feest verklaard.
De woorden van Jesaja uit de kerstnacht klinken vandaag opnieuw: het volk ziet een helder licht. De antwoordpsalm sluit hier op aan: “De Heer is mijn licht”. Dit is de enige plaats in de Hebreeuwse Bijbel dat de Heer een ‘licht’ wordt genoemd. Joden beroepen zich bij deze titel spontaan op God en zijn Tora, christenen op Jezus. Niet zo verwonderlijk dat ze het beiden als hun opdracht zien een licht voor de naties te zijn.
Zie bijvoorbeeld: https://katholiekeraadjodendom.nl/bronnen en https://www.rabbis.org/pdfs/BetweenJerusalemRome.pdf
___
In de eucharistieviering van de zondag wordt eerst gelezen uit de Joodse Bijbel. Deze ‘eerste’ lezing wordt gevolgd door een psalm of lofzang, die hier goed bij past. Samen vormen zij een eenheid en ze worden gerekend tot het gemeenschappelijke bezit van joden én christenen. Wat leert de eerste lezing ons in relatie tot het evangelie?
___
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom Den Bosch en secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom.