De eerste lezing: 1e Kerstdag 25 december 2019
Lezingen: Jes 52,7-10; Ps 98(97); Hebr 1,1-6; Joh 1,1-18
Door: Elizabeth Boddens-Hosang
In de eerste lezing uit de profeet Jesaja horen we dat het volk in ballingschap is. De stad Jeruzalem is verwoest, en de bevolking gedecimeerd. Maar wat zegt hij dan: de puinhopen van Jeruzalem worden opgewekt en gaan jubelen.
De profeet ziet, dat het volk uit de Babylonische ballingschap wordt verlost, en nog meer. Hij ziet hoogtepunten of bergen, en daarover spreekt hij. Zelf ziet hij zich, met zijn volk in een diep dal, het dal van de Babylonische ballingschap en van daaruit ziet hij de toppen en spreekt er over.
Het is een woord van troost gegeven voor het volk, in ballingschap. En dan komt er verlossing: ze zullen allen terugkomen in Israël, in en bij Jeruzalem. Maar hij zegt nog meer: de vreugdebode verkondigt vrede, sjaloom. Niet de afwezigheid van oorlog, maar de aanwezigheid van God. Een wereld waar ieder mens tot zijn recht komt. En die vrede wordt aangekondigd. Zie hoe de tekst eindigt: het is het uitroepen van vreugde. Het is een belofte van vrede en redding.
Voor verdere toelichting bij de lezingen zie https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/10/25-december-2019-Kerstmis-dagmis.pdf
___
In de eucharistieviering van de zondag wordt eerst gelezen uit de Joodse Bijbel. Deze ‘eerste’ lezing wordt gevolgd door een psalm of lofzang, die hier goed bij past. Samen vormen zij een eenheid en ze worden gerekend tot het gemeenschappelijke bezit van joden én christenen. Wat leert de eerste lezing ons in relatie tot het evangelie?
___
Elizabeth Boddens Hosang is theologe en identiteitsbegeleider voor de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden