De eerste lezing: zondag 23 augustus 2020
Zondag 23 augustus | 21e zondag door het jaar A
Lezingen: Jes. 22,19-23; Psalm 138; Rom. 11,33-36; Mat. 16,13-20
Door: Tineke de Lange
701 voor Chr.: Jeruzalem is ternauwernood ontsnapt aan inname door Assyrische troepen. In plaats van te treuren om te doden slaat het volk zichzelf op de borst over dit ‘succes’ (Jes. 22,1-4).
Sebna, de belangrijkste man in Juda na de koning, heeft zelfs te eigener ere een blijvend monument opgericht, een waar koningsgraf naar Egyptische mode. Daarnaast rijdt hij als een vorst rond in zijn praalwagen. Tot ongenoegen van de Heer, want verantwoordelijkheid dragen in Israël betekent: dienaar zijn van de Eeuwige en vader voor het volk (v. 20). Sebna moet plaatsmaken voor Eljakim. Als teken van zijn waardigheid en verantwoordelijkheid draagt hij de sleutel van het paleis (v. 22).
Ook Petrus krijgt een sleutel, ook hem worden autoriteit en daarmee verantwoordelijkheid geschonken, en wel om te onderwijzen en te vergeven (Mat. 16,13-20). Hoe zal hij daarmee omgaan? Wordt hij net als Sebna en uiteindelijk ook Eljakim een teleurstelling (Jes. 22,24-25)? Of lukt het hem wel om dienaar en ‘vader’ te zijn?
Zie voor verdere toelichting op de lezingen: Tijdschrift voor Verkondiging.
Tineke de Lange is oudtestamentica en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom