Geplaatst op 10 november 2020

De eerste lezing: zondag 15 november 2020

Zondag 15 november | 33e zondag jaar A
Lezingen: Spr. 31,10-13.19-20.30-3; Ps. 128(127); 1 Tes. 5,1-6; Mat. 25,14-30 of 14-15.19-20

Door: Miranda Vroon-van Vugt

Het beeld in de lezing is dat van een geweldige vrouw, die de hoeksteen is van haar huishouden. De ondersteuner van haar man, de organisator van het huis. Een huis in de eeuwen voor het begin van onze jaartelling was een kleine onderneming, met slaven en dienaren, met landerijen en handel. De vrouwen die dit type huishouden runden moesten ook wel sterke vrouwen zijn.

Doordat zij haar deel van het huishouden op zich neemt, gaat het goed met het hele gezin. Dat past ook bij de evangelielezing: zij zet haar talenten in op de plaats waar deze het best tot hun recht komen.

Haar daden worden geprezen in de poort. Dat was de plaats van de bestuurders, de oudsten van het volk. Het was de plaats waar recht werd gesproken, waar werd geoordeeld over het volk. Juist daar zou over deze sterke vrouw gesproken worden. Juist daar zullen haar talenten onderkend worden. Spreuken is een boek met wijsheid voor mannen én vrouwen.

Zie voor verdere uitleg Tijdschrift voor verkondiging.

Miranda Vroon-van Vugt is geestelijk verzorger in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en lid van de Katholieke Raad voor het Jodendom


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.