Geplaatst op 7 december 2020

De eerste lezing: zondag 13 december 2020

Zondag 13 december, 3e zondag van de advent jaar B
Lezingen: Jes. 61,1-2a.10-11; Luc. 1; 1 Tes. 5,16-24; Joh. 1,6-8.19-28

Door: Tineke de Lange

De lezingen uit Jesaja en het Johannesevangelie gaan over de door God gezondene. Jesaja 61 speelt in een moeilijke tijd. De Babylonische ballingschap is weliswaar voorbij, de opbouw van het land en het heiligdom in Jeruzalem verlopen niet voorspoedig, onrecht is niet uitgebannen. De teruggekeerde ballingen ontmoeten zelfs oppositie van de achtergeblevenen. Kortom: na de vreugde over de bevrijding volgt de desillusie.

In die moeilijke omstandigheden getuigt een onbekende profeet van de vreugde over zijn roeping. Hij vergelijkt zijn opdracht zelfs met de kleding en sieraden van een bruidspaar (vers 10). Hierbij sluit hij aan bij de bruilofts- of huwelijksmetafoor die we op verschillende plaatsen in de Schrift vinden voor de relatie tussen God en zijn volk; zie bijv. Jes. 62,4-5.

Waarom die vreugde? Omdat God heeft hem heeft aangesteld om goed nieuws te brengen. Jammer genoeg krijgen we hier in de lezing maar een deel van mee (vers 1-2a). Het zijn niet alleen de armen, de verslagenen en de gevangenen die toegesproken worden, het is heel Israƫl, het hele volk (vers 2b-9). Dat zal delen in de blijdschap van de profeet (vers 3).

Voor uitgebreidere uitleg over de lezingen: zie
https://www.bijbelhuiszevenkerken.be/assets/userfiles/documenten/Commentaar%20derde%20zondag%20van%20de%20advent%20(14-12-2014).pdf

Tineke de Lange is oudtestamenticus en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.