De eerste lezing: zondag 25 april 2021
Zondag 25 april, 4e zondag van Pasen jaar B
Lezingen: Hand. 4,8-12; Ps. 118(117); 1 Joh. 3,1-2; Joh. 10,11-18
Door: Tineke de Lange
In Handelingen 4 staat Petrus staat voor de leiders van het volk, met name de tempelaristocratie. Petrus beschuldigt hen van de dood van Jezus, die echter een onverwachte keer heeft genomen. God heeft Jezus uit de dood doen opstaan! Een idee waarvan de Sadduceeën, de priesters en de kringen daaromheen, niets moeten hebben. In de opstanding uit de dood of een leven na de dood geloven zij niet, in tegenstelling tot de Farizeeën.
Petrus noemt Jezus ‘de hoeksteen die verworpen is’. Hij citeert Ps. 118,22, een psalm die gelezen wordt met Pesach, het feest van de bevrijding. In Jezus, de man die de leiders ter dood hebben laten brengen, is redding (sooteria) te vinden. Op de achtergrond speelt waarschijnlijk mee dat in de Romeinse wereld de keizer als ‘verlosser’ (sooter) en zelfs als ‘god’ gold.
Voor verdere toelichting bij de lezingen zie https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/05/4e-zondag-Pasen-jaar-B-25-4-2021.pdf
Tineke de Lange is exegeet en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom