De eerste lezing: zondag 10 juli 2022
Zondag 10 juli 2022 | 15e zondag door het jaar C
Lezingen: Deut. 30,10-14; Ps. 69; Kol. 1,15-20; Luc. 10,25-37
Door: Tineke de Lange
De bekende parabel van de barmhartige Samaritaan begint met de vraag naar de interpretatie van twee geboden uit de Tora, resp. Deut. 6,5 en Lev. 19,18. De schriftgeleerde – Torageleerde en leraar – stelt een serieuze vraag. Wie wordt bedoeld met ‘je naaste’? Volgens de parabel is ieder die zich om de medemens bekommert, ieder die barmhartig is, een naaste. ‘Naaste’ zijn is geen kwestie van identiteit, maar van handelen. Handelen volgens de geboden die God gegeven heeft en die iedere mens kan doen, zoals de eerste lezing van vandaag benadrukt. God vraagt niet het onmogelijke van de mens.
De priester en de leviet uit de parabel worden vaak gezien als stereotype vertegenwoordigers van het zogeheten ‘Joodse wetticisme’, dat reinheidsregels voor barmhartigheid zou laten gaan. Vanwege hun rol in de offercultus golden voor priesters en levieten inderdaad bijzondere reinheidsvoorschriften. Maar de priester en de leviet uit de parabel gaan niet naar de tempel. En afgezien daarvan: het redden van een leven gaat boven alles, ook volgens de Joodse wet. Ze hadden gewoon moeten helpen.
Zie voor uitgebreide uitleg over de parabel van de Barmhartige Samaritaan: zie https://www.pthu.nl/bijbelblog/2015/07/is-een-nieuwe-interpretatie-van-de-gelijkenis-van-de-barmhartige-samaritaan-nodig/.
Tineke de Lange is exegeet en beleidsmedewerker voor de Katholieke Raad voor het Jodendom