Bijbeltekst van week 1 – 2025
Bijbeltekst van de week: week 1 | 30 december 2024 – 5 januari 2025
Genesis 47,19-25
Toen kocht Jozef al de grond van Egypte voor Farao op, want door de honger gedreven, deden alle Egyptenaren hun landerijen van de hand. Zo kwam het hele land in Farao’s bezit, en bracht Jozef ook het volk in zijn dienst, van het ene eind van Egypte tot het andere.
(…)
Toen zei Jozef tot het volk:
`Ik heb nu u zelf en uw grond voor Farao gekocht; hier is zaaigoed om het land te bezaaien. Van de opbrengst moet u een vijfde aan Farao afstaan; vier vijfde kunt u zelf houden als zaad voor uw akkers en als voedsel voor uzelf, uw familie en uw kinderen.’
En zij zeiden: ‘U hebt ons het leven gered. Blijf ons uw gunst schenken, heer, wij zullen Farao dienen.’
___
We zijn aan het eind van het verhaal over Jozef en zijn broers. Zij hebben zich na lange jaren met elkaar verzoend en vader Jakob heeft zijn dood gewaande zoon weer in de armen kunnen sluiten. Terwijl de hongersnood in alle hevigheid woedt en er in Kanaän geen weidegrond meer te vinden is laat Jozef zijn familie wonen in het beste deel van Egypte, in Rameses. Tegenover de Egyptenaren ontpopt hij zich echter als een ware Egyptische heerser. Nadat zij hem in ruil voor voedsel eerst met hun geld hebben betaald, zijn nu hun akkers en zelfs hun lichamen aan de beurt als ruilmiddel.
In zijn commentaar op het boek Genesis wijst rabbijn Jonathan Sacks op de gevolgen van Jozefs handelen. Alle rijkdom en macht is dankzij Jozef nu in handen van de farao. Van die concentratie aan macht en bezit zullen de Israëlieten uiteindelijk de dupe worden. In Genesis 47 wordt tweemaal gesproken over het ‘dienen van de farao’. De associatie met het boek Exodus is onvermijdelijk. De Egyptenaren worden slaven van hun koning, net als later de Israëlieten slaven in Egypte zullen worden.
Het land en de mensen zijn in Egypte het bezit van de farao. Zo hoort het niet te gaan in Israël. Daar zijn mensen en land geen koopwaar, maar behoren ze toe aan God (zie Leviticus 25,23.55).
Lees hier meer over andere passages van de parasja Wajigasj (Genesis 44,18-47,27).
Bron: KRJ | foto: Pixabay