Bijbeltekst van week 47: 17-23 november 2025
Bijbeltekst week 47, 17-23 november 2025
Jesaja 14,4b-8
Gedaan is het nu met de verdrukker,
gedaan met zijn dwingelandij!
De scepter van de bozen heeft de Heer gebroken,
de staf van de heersers,
waarmee zij zonder ophouden woedend op de volken insloegen,
hen grimmig vertrapten en meedogenloos vervolgden.
De hele aarde is nu rustig en veilig,
de mensen juichen van vreugde.
Ook de cipressen en de ceders van de Libanon roepen blij uit:
‘Sinds gij neerligt, komt er niemand meer om ons te vellen.’
De tekst van vandaag is het begin van een spotlied op de machtige koning van Babel. In de verzen hiervoor beschrijft Jesaja hoe de Eeuwige zich zal ontfermen over zijn volk en de vreemdelingen die zich daarbij aansluiten. Door zijn ingrijpen komt een einde aan ballingschap, slavernij en slavendienst. Wanneer die tijd aanbreekt, zullen de slachtoffers van Babel een spotlied aanheffen op haar koning.
Vers 4b-6 gaan over de koning van Babel. Hij wordt beschreven als een slavendrijver, een meedogenloze heerser die mateloos geweld pleegt. Hij behoort tot de ‘de bozen’ of ‘goddelozen’, mensen die zich aan God noch gebod gelegen laten liggen en eropuit zijn anderen schade toe te brengen en te verdrukken. Vers 7-8 vormt hiermee een scherp contrast. De Eeuwige heeft een einde gemaakt aan het geweld van de tiran. Overal op aarde heersen nu rust en vrede, overal barst gejuich los nu Babels macht gebroken is. Zelfs de ceders en cipressen van de Libanon doen mee: nu de koning van Babel gevallen is, zullen zij niet meer vallen. Hun grote bedreiger, de houtkapper van Babel, is nu zelf gekapt!
De ceders en cipressen van de Libanon waren in de oudheid geliefd bouwmateriaal; denk alleen al aan de tempelbouw onder Salomo (1 Koningen 5,15-32). Alle rijken in deze periode, van Egypte tot en met de Romeinen, dus ook de Assyriërs en Babyloniërs, de bedreigers bij uitstek van Israël en Juda, haalden voor hun imposante bouwwerken cederhout uit de Libanon.
De middeleeuwse Joodse commentator Ibn Ezra voegt aan de tekst uit Jesaja een interessante noot toe. Volgens hem gebruikte de koning van Babel de bomen van de Libanon om vestingwerken en verdedigingswallen te bouwen. Met andere woorden: de ceders worden gekapt voor de oorlogsindustrie. En daarmee zijn we terug bij het begin van de tekst. Geweld tegen het woud en geweld tegen mensen gaan samen. Waar gehakt wordt, vallen bomen en mensen. Iets om over na te denken, tegen de achtergrond van de klimaatconferentie in de Amazone.
Bron: KRJ | Foto: Pixabay
