Geplaatst op 1 februari 2025

Bijbeltekst van week 6: 3-9 februari 2025

Bijbeltekst van de week 6, 3-9 februari 2025
Jesaja 6,5-8

‘Ik zei: `Wee mij! Ik ben verloren!
Ik ben een mens met onreine lippen, ik woon onder een volk met onreine lippen
en de Koning, Eeuwige van de machten, gezien!’
Toen vloog een van de serafs op mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar had genomen, 
hij raakte er mijn mond mee aan en sprak: `
‘Zie, zij heeft je lippen aangeraakt,
nu is je zonde verdwenen, je schuld bedekt.’ 
Daarop hoorde ik de stem van de Heer:
`Wie zal Ik zenden, wie zal gaan in onze naam?’
Ik antwoordde: `Hier ben ik, zend mij.’

In de tempel van Jeruzalem heeft Jesaja een overweldigende ervaring. De Eeuwige, de God van Israël, verschijnt aan hem in een wolk van rook, net als Hij indertijd verscheen aan het volk bij de berg Sinaï (Ex. 19,18). Dit verklaart waarom Jesaja 6 in orthodoxe synagoge gelezen wordt na de Toralezing Jitro (Exodus 18-20).

Jesaja is ontzet, want wie God ziet zal sterven (Gen. 32,31; Ex. 33,20). Op de opdracht om namens God te spreken tot het volk reageert hij vol twijfel: is hij wel de juiste persoon om dit te doen? Hij is immers onrein mens en leeft onder een onrein volk. ‘Onrein’ is een cultisch begrip, en betekent dat men in een toestand verkeerd waardoor men niet voor God kan verschijnen. Met de reiniging van zijn lippen is Jesaja wel in staat voor de Eeuwige te staan en kan hij volmondig ‘ja’ zeggen op diens vraag: ‘Wie zal Ik zenden?’

Jesaja krijgt de paradoxale opdracht om het volk ontoegankelijk te maken voor de woorden van de Eeuwige: ‘Maak het hart van dit volk vet, maak hun oren zwaar, smeer hun ogen dicht’. In de Bijbel vinden we op meerdere plaatsen dat God de harten van de mensen verhardt. Denk aan de farao in het boek Exodus en koning Achab in 1 Koningen 22. Zij weigeren te luisteren naar de profeet die spreekt namens de Eeuwige. Mensen hebben de neiging te horen wat ze willen horen en deze koningen zijn daar geen uitzondering op. Voor ongevallige boodschappen houden zij zich doof. Uit Jesaja 1-5 kunnen we opmaken dat het volk al in een toestand van onverschilligheid verkeert. Het volk kan niet horen. Wat Jesaja ook zal verkondigen, het zal niet doordringen. Maar daarmee is het laatste woord niet gezegd. Door het boek Jesaja heen lezen we dat blinden weer zullen zien en doven weer zullen horen (29,18; 32,3-4; 35,5; 48,4-6; 51,6-7; 54,13; 61,1). God wil het leven voor zijn mensen, niet hun ondergang.

Rudy Van Moere heeft een uitgebreide toelichting geschreven op Jesaja 6, waarheen hij onder andere verwijst naar de uitleg van Abraham Joshua Heschel. Zie verder het commentaar op de website van stichting Pardes.

Bron: KRJ | Foto: Pixabay


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.