Bijbeltekst van week 3 – 2025
Bijbeltekst van de week: week 3, 13-19 januari 2025
1 Koningen 12,7
Ze zeiden tot hem:
‘Als u zich nu de dienaar van het volk toont
en het wilt dienen
en het antwoordt en vriendelijke woorden tot hen spreekt,
dan zullen zij u voor altijd dienen.’
De tekst van vandaag komt uit 1 Koningen 12,1-15, de haftara (lezing uit de profeten) die deze week in liberale sjoels volgt op de lezing uit de Tora, Exodus 4,18-6,1. In beide teksten speelt leiderschap een belangrijke rol. Mozes twijfelt aan zijn capaciteiten als leider van het volk. De Eeuwige moet moeite doen Mozes ervan te overtuigen dat hij degene is die het volk uit Egypte moet voeren. Uiteindelijke neemt hij deze taak op zich. Van Mozes wordt gezegd dat hij de ‘dienaar van de Eeuwige’ was (Deut. 34,5), met wie de Eeuwige vertrouwelijk omging (Num. 12,8; Deut. 34,10), maar ook dat hij de meest bescheiden man ter aarde was (Numeri 12,3).
Een ware leider is een dienaar. Dat is een les die de pas aangetreden koning Rehabeam in 1 Koningen 12 nog moet leren. Koning Salomo is gestorven en zijn zoon Rehabeam neemt de scepter over. Geen gemakkelijke taak, vooral niet omdat het volk zucht onder de lasten die Salomo had opgelegd. Kunnen die lasten niet verlicht worden? vraagt het volk. Rehabeam vraagt advies aan de raadgevers van zijn vader, ervaren bestuurders. Zij adviseren hem dienstbaar te zijn: als hij het volk nu welwillend tegemoet treedt, als zijn dienaar, zullen zij hem voor altijd dienstbaar zijn. Door welwillendheid en bescheidenheid win je mensen voor je. Maar Rehabeam slaat de woorden van de oudgedienden in de wind en gaat af op de raad van zijn jonge onervaren vertrouwelingen. Volgens deze kliek van gelijkgestemden moet hij zich vooral laten gelden en laten zien wie de baas is. Rehabeams hardvochtigheid heeft rampzalige gevolgen: er breekt een opstand uit en van alle stammen in het rijk van David en Salomo blijft alleen Juda Rehabeam trouw. Het Noorden kiest een ander als koning.
Meer over leiderschap in het commentaar van rabbijn Jonathan Sacks op Leviticus 1,1-5,26.
Bron: KRJ | Foto: Pixabay