Geplaatst op 17 februari 2025

Bijbeltekst van week 8: 17-23 februari 2025

Bijbeltekst van de week: week 8
Jeremia 34,12-16

‘Toen richtte de Heer zich tot Jeremia:
“Dit zegt de Heer, de God van Israël:
Ik heb een verbond gesloten met uw vaderen, op de dag dat Ik hen uit het land Egypte leidde, uit het slavenhuis, en heb gezegd:
Na verloop van zeven jaar moet ieder zijn Hebreeuwse broeder die zich aan u verkocht heeft, laten gaan. Als hij u zes jaar gediend heeft, moet u hem vrij van u laten weggaan.
Maar uw vaderen hebben niet naar Mij geluisterd en hebben hun oor niet geneigd.
Ú hebt zich heden wel bekeerd en gedaan wat recht is in Mijn ogen door ieder voor zijn naaste vrijlating af te kondigen,
en u hebt wel een verbond gesloten voor Mijn aangezicht in het huis waarover Mijn Naam is uitgeroepen,
maar u bent er weer op teruggekomen en hebt Mijn Naam ontheiligd.
Ieder heeft zijn slaaf en ieder zijn slavin laten terugkomen, die u overeenkomstig hun verlangen vrij had laten weggaan, en u hebt hen weer onderworpen om voor u tot slaven en tot slavinnen te zijn.”’
___

Komende sjabbat leest men in orthodoxe synagogen Jeremia 34,8-17 als haftara bij de Toralezing Exodus 21,1-24,18. De tekst uit Jeremia heeft namelijk betrekking op het gebod op de vrijlating van slaven in Exodus 21.

Jeremia 34 beschrijft het misbruik dat met name de elite van Jeruzalem maakt van de zwakken in de samenleving. Koning Zedekia heeft een overeenkomst (‘verbond’) gesloten met de inwoners van Jeruzalem, waarin bepaald wordt dat zij hun Hebreeuwse slaven zullen laten gaan. In eerste instantie houden zij zich hieraan. Maar dan bedenken zij zich en brengen zij de mannen en vrouwen die zij de vrijheid hebben geschonken weer terug in slavernij. Daarop spreekt de Heer door Jeremia zijn oordeel uit over deze eigenaren, omdat zij het verbond met Hem verbroken hebben. Immers, de bepalingen van Zedekia komen uit de Tora (Ex. 21,1-6; Lev. 25,39–55; Deut. 15,12–18) en behoren daarmee tot het verbond dat de Heer indertijd met het volk Israël gesloten heeft.

In de antieke wereld was slavernij algemeen aanvaard. In deze teksten en in Jeremia gaat het niet over slavernij in het algemeen, maar specifiek over schuldslavernij. Een Israëliet die schulden had kon in het uiterste geval zichzelf verkopen om deze in te lossen. Ook de kinderen van een schuldslaaf werden beschouwd als slaven. Deze schuldslavernij was echter begrensd. Na het zevende – en/of vijftigste – jaar kreeg de Israëlitische schuldslaaf de vrijheid. Volgens Deuteronomium moest de eigenaar de slaaf zelfs een klein ‘startkapitaal’ meegeven, zodat deze weer een zelfstandig bestaan kon opbouwen.

Als het erop aankomt wenst de elite van Jeruzalem zich hier niet te houden. Eigen gemak en eigen bezit opgeven valt niet mee, ook al zijn recht en rechtvaardigheid ermee gediend. Anno 2025 is dat niet anders. In de westerse wereld geven we onze luxe niet graag op, al weten we dat de mensheid en de aarde daarmee gediend zouden zijn. Dat maakt deze tekst uit Jeremia onveranderd actueel.

Lees hier meer over slavernij en vrijlating in de Bijbel.

Bron: KRJ | Foto: Pixabay


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.