Geplaatst op 18 december 2019

De eerste lezing: 24 december (Kerstnacht)

Lezingen: Jes. 9,1-3.5-6; Psalm 96(95); Tit. 2,11-14; Luc. 2,1-14

Door: Theo Willemssen

In de avond / nacht vóór Kerstmis brengt de eerste lezing ons naar een donkere tijd, een nacht in de geschiedenis van Israël. In een tijd dat het volk de dreiging ervaart van de opkomende grootmacht van Assyrië, is de profeet Jesaja degene die Israël oproept tot geloof (Jesaja 7, 4-9) en het teken aankondigt van de Emmanuel; het Kind, dat de jonge vrouw zal baren en Immanuel: God-met-ons zal genoemd worden.

Na de onheilsprofetieën in hoofdstuk 8, volgt in hoofdstuk 9 opnieuw een profetie van bemoediging en troost. Eerst spreekt hij in een beeld over een licht, dat zal opgaan, over het volk en land vol duisternis. Dan spreekt hij in het beeld van de oogst over de vreugde, die dit licht zal brengen, een vreugde als na de oogst. In het volgende beeld over het verbrijzelen van het juk van de slavernij en de overheersing die dreigen, zoals dat gebeurde in de dagen op Midjan (Rechters 7-8), wordt de overwinning al aangekondigd.

Dan volgt de climax. Waarom zal dit alles gebeuren? Een Kind zal Israël bevrijden van zijn onderdrukkers: een Kind, een Koningskind met verschillende troonnamen. Het Kind is het symbool van Gods ‘onmacht’ en zwakheid, die ons mensen ontwapent van grootheidswaan en macht over anderen. Zijn kracht komt in zwakheid tot ontplooiing. Hiernaar verwijst de Engel met zijn blijde boodschap aan de herders in het evangelie: “Heden is U een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor U een teken zijn: Gij zult een pasgeboren Kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe” (Luc. 2, 11-12).

Is het niet ‘kracht’ van ieder pasgeboren kind en heel bijzonder van het Kerstkind, dat het jaarlijks vrede brengt op aarde, minstens het verlangen naar vrede, saamhorigheid in kleine en wijde kring, bijzonder ook voor de zwakke, de verloren mensen aan de rand van de samenleving?

Zie Tijdschrift voor de verkondiging November, december 2006 (78e jaargang) en november-december 2019 (91e jaargang) https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/afleveringen/
___

In de eucharistieviering van de zondag wordt eerst gelezen uit de Joodse Bijbel. Deze ‘eerste’ lezing wordt gevolgd door een psalm of lofzang, die hier goed bij past. Samen vormen zij een eenheid en ze worden gerekend tot het gemeenschappelijke bezit van joden én christenen. Wat leert de eerste lezing ons in relatie tot het evangelie? 
___

Theo Willemssen is oud-deken van Roermond en voorzitter van de Resonans-groep Jodendom –Katholieke Kerk in het bisdom Roermond


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.