De eerste lezing: zondag 1 augustus 2021
Zondag 1 augustus | 18e zondag door het jaar B
Lezingen: Ex. 16,2-4.12-15; Ps. 78(77); Ef. 4,17.20-24; Joh. 6,24-35
Door: Marc Heemels
Manna: ‘in het Hebreeuws ‘man hoe’ – ‘Wat is dat?’ Een uiting van verwondering. Het mysterie in woorden gegoten.
De rabbijnen zeggen: manna toont zijn hemelse oorsprong ook door de wonderlijke smaak. Het nam elke smaak aan die je je kon wensen. Hetzelfde voedsel had een verschillende smaak voor iedereen die ervan at, overeenkomstig je leeftijd: voor baby’s smaakte het als melk, voor jongeren als brood.
Wat in abstracte theologische begrippen genade heet, noemt de midrasj ‘manna’. Het is volledig gave van God. Toch is ook de eigen unieke bijdrage van het individu nodig om het spectrum aan smaken te openbaren.
Met het manna kwam het tweede geschenk uit de hemel: de sabbat. Want God zei: op de zesde dag zullen jullie twee keer zoveel vinden, om op de zevende dag te kunnen rusten.
Ze kregen ’s ochtends het brood. Maar ze mochten niet méér brood verzamelen, dan voor de dag nodig was. Dat betekent: elke dag opnieuw je vertrouwen stellen op God.
Het betekent dat je je geen zorgen voor morgen moet maken. Het moeilijkste wat er is.
Voor verdere toelichting op de lezingen zie https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/05/18e-zondag-dhj-jaar-B-1-8-2021-1.pdf
Marc Heemels is docent Exegese Oude Testament en Hebreeuws op het grootseminarie te Kerkrade en pastoor te Eygelshoven.