De eerste lezing: zondag 10 januari 2021
Zondag 10 januari 2021 | Doop van de Heer jaar B
Lezingen: Jes. 55,1-11; Jes. 12,2-3.4bcd.5-6; Joh. 5,1-9; Marc. 1,7-11
Door: Tineke de Lange
Vandaag lezen we het slot van wat bekend staat als Deutero-Jesaja (Jesaja 40-55). Jes. 55,1-11 is een tekst vol vreugde en optimisme: de ballingschap is ten einde, de tijd van herstel nabij.
De Eeuwige, de God van Israël, nodigt zijn volk uit deel te hebben aan de overvloed die hij biedt. Water voor hen die dorsten, voedsel voor hen die geen geld hebben (vv. 1-2). Water en voedsel zijn beelden voor het verbond dat God met het volk gesloten heeft (v. 3). In de verzen 10-11 vinden we opnieuw woorden die te maken hebben met overvloed en vruchtbaarheid, nu als beeld voor het woord van God, de Tora (v. 11). Het volk leeft van het verbond en van het Woord van de Heilige van Israël. Of, zoals in Deut. 8,3 al is opgemerkt: ‘een mens leeft niet van brood alleen, maar van alles wat voortkomt uit de mond van de Eeuwige’.
Zie voor verdere uitleg van de lezingen Tijdschrift voor Theologie: https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/05/Doop-van-de-Heer-jaar-B-10-1-2021.pdf
Tineke de Lange is oudtestamentica en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom