Geplaatst op 19 februari 2024

De eerste lezing: zondag 25 februari 2024

Zondag 25 februari 2024 | 2e zondag veertigdagentijd jaar B
Lezingen: Gen. 22,1-2.9a.10-13.15-18; Ps. 116(115); Rom. 8,31b-34; Marc. 9,2-10

Door: Tineke de Lange

Genesis 22,1-19 is een onthutsend verhaal. Nadat Abraham en Sara eindelijk hun beloofde zoon gekregen hebben, vraagt God aan Abraham deze zoon te offeren. Wij als toehoorders weten dat het gaat om een toets, maar Abraham weet dat niet. Hij aanvaardt Gods opdracht zonder morren.

Wat moeten we met dit verhaal? In de moderne tijd is het uitgelegd als een bewijs dat God kinderoffers afwijst. Abraham zou zo bevrijd zijn van de godsdienstige praktijken van zijn tijd, van goden die van mensen de meest verschrikkelijke offers vragen.

Toch is de vraag of deze verklaring helemaal recht doet aan de tekst. De God van Abraham, Isaak, Jakob en Jezus is niet alleen een lieve God die we kunnen begrijpen, maar ook een moeilijke God die beproeft en ons soms in het onzekere laat. Zoals we lezen in menige Psalm en niet te vergeten het boek Job.

Abraham gaat op weg. Vertrouwt hij op God, de God die altijd met hem is geweest? ‘God zelf zal in het offerlam voorzien, mijn zoon’ zegt Abraham (Gen. 22,8). En Isaak? Op het eind van het verhaal wordt hij niet genoemd. Abraham keert met zijn knechten huiswaarts (Gen. 22,19). Alsof de verteller wil zeggen: Abraham heeft zijn zoon toch geschonken aan God, de God van wie alle leven komt, ook dit leven, dit kind.

Zie voor verdere toelichting op Genesis 22 en de andere lezingen: https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/05/2e-zondag-Veertigdagentijd-jaar-B-25-2-2024.pdf.

Tineke de Lange is exegeet en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.