De eerste lezing: zondag 28 juni 2020
Zondag 28 juni 2020 | 14e zondag door het jaar A
Lezingen: 2 Kon. 4,8-11.14-16a; Ps. 89; Rom. 6,3-4.8-11; Mat. 10,37-42
Door: Marc Heemels
In het begin van Mattheüs 10 roept Jezus de twaalf bij zich. Hij wil de leerlingen uitzenden, maar niet na hun een aantal instructies mee te geven. Instructies die klinken als waarschuwingen: onderschat de last van de zending niet. Het zal niet eenvoudig worden. Voor het eerst valt het woord ‘kruis’ (stauros). Als je mijn leerling wil zijn, dan zul je je kruis op je moeten nemen.
De instructies van Jezus eindigen toch op een licht positieve wijze. Drie keer gebruikt Jezus het woord ‘loon’. Maar niet de leerlingen krijgen de beloning, maar de mensen die bereid zijn hen te ontvangen! Die ontvangen het ‘profetenloon’.
In de eerste lezing bezoekt de profeet Elisa een vrouw en haar man in Sunem. Hij wordt gastvrij ontvangen. De vrouw richt zelfs een eigen kamer voor hem in. Ze wil voor de gastvrijheid niets terug, maar Elisa zegt: ‘Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon aan uw hart drukken.’
De ware leerling is bereid te geven en er vrede mee te hebben als hij ziet dat door zijn dienstwerk de ander gezegend, beloond, wordt!
Zie voor verdere toelichting op de lezingen: Tijdschrift voor Verkondiging nummer 3, 92ste jaargang 2020, mei/juni.
Marc Heemels is docent Exegese Oude Testament en Hebreeuws op het grootseminarie te Kerkrade en pastoor te Eygelshoven.
