De eerste lezing: zondag 30 mei 2021
Zondag 30 mei, Drie-eenheid jaar B
Lezingen: Deut. 4,32-34.39-40; Ps. 33(32); Rom. 8,14-17; Mat. 28,16-20
Door: Willy Hoogendoorn
God is anders dan alle andere goden, zo lezen we in het boek Deuteronomium. God is de Andere; met hem is en kan zich niemand vergelijken. De ene God die luistert naar de nood van zijn mensen, die met hen spreekt vanuit het vuur op de berg. Een God met een naam die nooit wordt uitgesproken, maar in het jodendom wel omschreven: ha Sjem, ‘de naam’, ha Makom, ‘de plaats’.
Wij christenen omschrijven God ook met namen. ‘Vader’ is een naam die ook al in de TeNaCH voorkomt; zie bijvoorbeeld Deut. 32,6 en Jesaja 64,8. Die naam komt voor christenen op de eerste plaats: Vader, Zoon en Geest. Een drie-eenheid, ‘God in drie personen’, zeggen we. Het woord ‘persoon’ komt uit het Latijnse ‘persona’, dat op zijn beurt is afgeleid uit ‘per sonare’, ‘doorklinken’. Doorklinken, dat deed in het klassiek-Griekse theater de stem van de toneelspeler die het masker droeg van degene die hij moest voorstellen. Zijn stem klonk door in Jason of Oedipus.
Zo klinkt God ook door in onze wereld. Zijn stem, zijn aanwezigheid is voelbaar, hoorbaar gemaakt op drie verschillende manieren: Vader, Zoon en Geest.
Voor verdere toelichting op de lezingen van vandaag: zie https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/wp-content/uploads/2018/05/Drieeenheid-jaar-B-30-5-2021.pdf.
Willy Hoogendoorn studeerde theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit Amsterdam, doceert Hebreeuws en is pastoraal werker in een oecumenische gemeenschap in Leiden