De eerste lezing: zondag 6 maart 2022
Zondag 6 maart 2022 | 1e zondag veertigdagentijd
Lezingen: Deut. 26,4-10; Ps. 91; Rom. 10,8-13; Luc. 4,1-13
Door: Tineke de Lange
In het boek Deuteronomium blikt Mozes terug op de bevrijding uit Egypte en wordt het volk voorbereid op de toekomst in het door God gegeven land. Deze tweeslag vinden we ook in de lezing van vandaag.
Het land en alles wat het opbrengt is geschenk van God. Daarom worden de eerstelingen van de kudde (Deut. 15,19-23) en de eerste vruchten van het seizoen (Deut. 26,1-11) aan God gegeven. De geloofsbelijdenis die bij de gave van de vruchten uitgesproken wordt, herinnert aan het kwetsbare begin van Israël en aan de bevrijding uit het slavenhuis Egypte. Zo wordt het volk ervan doordrongen dat het zijn hele bestaan en voortbestaan aan de Heer te danken heeft. Tenslotte heeft het offer nog een sociale component, zoals blijkt uit de verzen die volgen op de perikoop van vandaag: het herinnert aan de plicht om te delen. Aan de feestmaaltijd na het offer nemen ook de Levieten en vreemdelingen deel, mensen zonder eigen grond om van te oogsten (vers 11).
Zie voor verdere toelichting op de lezingen van vandaag: https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/download/1e-zo-veertigdagentijd-c-jaar-17-2-2013/?wpdmdl=1585&refresh=61dbe100992261641799936.
Tineke de Lange is exegeet en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom