De eerste lezing: Zondag 8 december | 2e zondag van de advent
Jes 11,1-10; Ps 72 (71), 2, 7-8, 12-13, 17; Rom 15, 4-9; Mat 3, 1-12.
Door: Cor Sinnema
Profetie en psalm zijn vanuit dezelfde Messiaanse verwachtingen geschreven. Jesaja voorziet het ontspruiten van een twijg aan de stronk van Isaï op wie de geest van de Heer zal rusten. Ook de psalm schetst het portret van de ware koning van Israël, de ware nazaat van David.
Joden bidden dagelijks in het Achttiengebed dat de spruit van David (de Messias) snel mag ontspruiten en spreken uit dat hij bevrijding mag brengen, de bevrijding waarop zij heel de dag hopen.
De Kerk past de woorden van de profeet toe op de geboorte van Jezus in wie zij de Messias ziet. Toch zouden christenen moeten erkennen dat het messiaanse rijk nog lang niet is gerealiseerd. Er is alleen maar een begin mee gemaakt. Leven joden en christenen niet beiden in de verwachting van de komst van het Koninkrijk van God?
Zie voor verdere uitleg https://www.bijbelhuiszevenkerken.be/blog/2016/11/28/zondagslezingen-4-december-2016/ en https://www.tijdschriftvoorverkondiging.org/download/2009-81-aflevering-1/
___
In de eucharistieviering van de zondag wordt eerst gelezen uit de Joodse Bijbel. Deze ‘eerste’ lezing wordt gevolgd door een psalm of lofzang, die hier goed bij past. Samen vormen zij een eenheid en ze worden gerekend tot het gemeenschappelijke bezit van joden én christenen. Wat leert de eerste lezing ons in relatie tot het evangelie?
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom Den Bosch en secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom