Geplaatst op 19 oktober 2018

Een leskistles over het Jodendom

Aandacht is verzekerd als de voorwerpen uit de leskist Jodendom uitgestald staan en de leerlingen binnenkomen voor de les. Vooral de thorarol met Hebreeuwse letters, de jad, waarmee de voorganger de letters aanwijst, de mezoeza en de sjofar hebben hun belangstelling. Bij sommige leerlingen is het keppeltje bekend en als ze de davidsster zien weten ze dat joden in de oorlog een ster met deze vorm op hun kleding moesten dragen.

Door: Coby Speelman

Een leerling vraagt waarom ik deze keer niet over de islam kom vertellen. Hij kon een half jaar geleden bij de leskistles over de Islam een gedeelte in het Arabisch voorlezen uit de Koran, iets waar hij heel trots op was. De rest van de groep wist niet dat hij dit kon en was vol bewondering geweest.

Zijn vraag biedt mij een mooie gelegenheid om aan de klas te vertellen waarom we het belangrijk vinden dat alle leerlingen iets weten van verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen. We hopen dat het hen zal helpen om elkaar beter te leren kennen en te begrijpen. We geven daarom leskistlessen op scholen die ons uitnodigen. In de kisten zitten voorwerpen en boeken met verhalen van de meest bekende godsdiensten en levensbeschouwingen. Deze keer is het jodendom aan de beurt.

Bij de seiderschotel die bij Pesach gebruikt wordt komt het verhaal van de uittocht uit Egypte ter sprake, evenals bij de challebroden, die op tafel staan bij het begin van de sabbath. Deze leerling ontdekt dan dat Mozes in de Thora en de Bijbel dezelfde is als Moesa in de Koran en hoort dit bij veel meer figuren het geval is: Noach – Noe, Abraham – Ibrahiem, Jozef – Joesoef, Jona – Joenoes enz. Zijn belangstelling is gewekt.

Soms kan er iets recht gezet worden. Een leerling vraagt of joden naar een kerk of moskee gaan. Een klasgenoot roept: ‘Joden gaan allemaal dood’. Het wordt even heel stil. Op de vraag wat hij bedoelt en waarom hij dat zegt, antwoordt hij dat hij het gewoon leuk vond om dat te zeggen. En ze zijn toch dood gegaan in de oorlog? Als hij hoort dat er nog veel joden in deze stad wonen en er misschien joodse leerlingen op de school zitten, krijgt hij een rood hoofd. Na de les wordt er nog even over doorgepraat. Hij wilde even stoer doen.

Steeds meer scholen geven deze leskistlessen een vaste plaats in hun lesprogramma. Ze vinden het passen bij burgerschapsvorming en/of hebben de wens om beter aan te sluiten bij de levensbeschouwelijke achtergrond van hun leerlingen. De lessen bieden leerkrachten handvatten om daarop in te gaan bij gesprekken in de klassen en de kinderen ervaren het als erkenning. Meer weten van elkaars achtergrond bevordert bovendien de saamhorigheid.

De vraag naar deze gastlessen neemt de laatste jaren toe. Zowel scholen met een heel diverse leerlingpopulatie qua levensbeschouwelijke achtergrond als homogene scholen zien het belang ervan in. Ze beseffen dat zij niet de kennis bezitten om de lessen zelf te geven. Ook vragen ze ons vaker een excursie naar een gebedshuis van de betreffende godsdienst te organiseren. Na de leskistles jodendom gaan we dan soms naar een kleine synagoge, waar de voorganger de leerlingen graag ontvangt. Hij vertelt hoe een dienst verloopt en welke feesten er gevierd worden. Voor de kinderen wordt het dan ‘echt’, omdat ze daar de voorwerpen, die in het klein in de leskist aanwezig waren, werkelijk gebruikt zien worden. Aan de oudste leerlingen vertelt de voorganger soms wat zich in de oorlog in deze synagoge heeft afgespeeld, maar liever legt hij de nadruk op het hier en nu. Hij leest voor uit de Thora en bergt de kostbare rol weer voorzichtig op in de Ark, laat de sjofar klinken en vertelt het hoopvolle verhaal dat bij de chanoekia hoort.

De kinderen zijn steevast onder de indruk als ze weer terug naar school gaan, evenals de begeleidende ouders. ‘Mogen we hier een keer een dienst meemaken?’ vragen ze soms.

Waarde(n)vol, die leskistlessen!

Coby Speelman is onderwijsbegeleider Identiteit en levensbeschouwing bij Arkade | Foto: Pixabay


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.