Geplaatst op 3 september 2023

Gedachten bij het overlijden van Leo Mock

Geheel onverwacht is onze goede vriend en collega Leo Mock van ons heengegaan op de veel te jonge leeftijd van 55 jaar. Op 1 september jongstleden hebben we Leo in grote getale de laatste eer bewezen, de eer die een groot geleerde, een chagam, toekomt al was Leo te bescheiden om daar ook maar de nadruk op te leggen.

Door: Marcel Poorthuis

Maar vele aanwezigen voelden zich leerling van hem. Mijn gedachten gaan terug naar wat enkele decennia geleden moet zijn geweest. Op een avond van het Overlegorgaan van Joden en Christenen was Leo ook aanwezig. Dat typeerde hem al, want menigeen in orthodox-joodse kring ging liever voorbij aan zulke dialoogavonden. Ik raakte met hem aan de praat en zei: “Onze Folkertsma stichting voor Talmudica is iets voor jou, kom eens langs”. Dat deed Leo en sindsdien was hij een vaste waarde van wat later stichting Pardes zou gaan heten. Hij verbaasde me opnieuw door een helder zakelijk inzicht in het reilen en zeilen van de stichting en de publicaties. Hij werd vaste medewerker van het blad Tenachon en heeft daar naar mijn schatting zeker 20 jaar aan bijgedragen over allerhande thema’s, of het nu ‘grenzen’, ‘dialoog’ of ‘mystiek’ was. Hij werkte bovendien voor uitgeverij Amphora, waar zijn vader de scepter zwaaide. We besloten om een soort van new-age vertaling van het bekende rabbijnse tractaat Pirke Avot bij Amphora uit te geven. Gewoonlijk vertaald als: Spreuken der Vaderen, maar onze titel was: Spreuken van de fundamenten, wat meer inclusief klinkt!

Na verloop van tijd, toen we elkaar wat beter kenden, vertrouwde Leo me toe dat hij in Brussel bezig was geweest met een promotieonderzoek, maar daarin was vastgelopen. Hem was daar overkomen wat later ook op zijn pad zou komen: verzoeken om onderwijs te geven, maar zo intensief dat er geen ruimte overbleef voor grondige studie. Nee zeggen is nooit Leo’s sterke punt geweest! Samen met Shlomo Berger z.l. hebben we tot genoegen van ons drieën de zaak weten vlot te trekken, structuur aangebracht en vraagstellingen verhelderd. Het was het waard: de enorm uitgebreide wereld van de responsa, wettelijke antwoorden van rabbijnen op vragen van religieus-wettelijke aard. Specifiek ging het over een onderwerp dat grenst aan magie: de ruach ra’ah, de kwade geest die ’s nachts de mens kan overvallen en waarvoor afwassingen in de ochtend het probate middel zijn. Uiteraard konden aan dit thema hele analyses van gender, zelfs fundamentalisme, maar ook hiërarchie, wereldbeschouwing en mystiek worden verbonden. Het boek is uitgegeven bij de prestigieuze uitgeverij De Gruyter in Berlijn.

Opmerkelijk genoeg had Leo’s moeder, Minny Mock, al eens een boekje geschreven: Nagelwater, dat aan hetzelfde onderwerp raakt. Hij had zijn onbevangen blik en openheid voor allerhande overtuigingen ongetwijfeld mede aan haar als cultureel antropologe te danken. Leo stond stevig in de orthodox-joodse traditie, al heb ik nooit expliciete nadruk daarop bij hem gemerkt: het was als vanzelfsprekend. Daarnaast was hij een bruggenbouwer, niet alleen tussen christendom en jodendom, maar ook tussen liberaal en orthodox jodendom, een minstens zo grote prestatie! Het was dan ook bijzonder, maar heel passend, dat van beide zijden het woord werd gevoerd op de begraafplaats van Ouderkerk aan de Amstel.

Op onze katholieke theologische faculteit was Leo een vertrouwde verschijning, al leek het alsof hij altijd druk was en weer naar een andere verplichting onderweg. Studenten hebben hem niet altijd begrepen: de noodzaak van grondige kennis van het jodendom wordt minder gevoeld en Leo bracht in zijn lessen Talmoed en midrasj een geheel andere zienswijze mee. Onzekere theologiestudenten van vandaag staan niet altijd open voor nieuwe vergezichten. Het zijn de doorzetters die zijn lessen wisten te waarderen.

Gelukkig heb ik vele telefoongesprekken met hem kunnen voeren. Ook daarin verbaasde hij me: hij vroeg dan op de man af wat ik vond van de patristicus en kardinaal Daniélou. Ik was nog niet bekomen van de verbazing toen hij me uitlegde: “Ik snuffel geregeld in de doos met oude boeken die in de hal staan om meegenomen te worden. Best interessant, wat daar allemaal in die doos ligt”. Ook was hij zeer geïnteresseerd in mijn visie op de leiding van de katholieke kerk, ongetwijfeld omdat hij de spanning tussen traditie en moderne samenleving herkende.

Ja, Leo was een bruggenbouwer: polarisatie werd bij hem dialoog. Zijn heengaan is een groot verlies voor ons allen, natuurlijk op de eerste plaats voor zijn vrouw en vier dochters. Moge zijn nagedachtenis ons tot zegen zijn.
___

Marcel Poorthuis (1955) is emeritus hoogleraar interreligieuze dialoog aan Tilburg University. Hij publiceert over jodendom, christendom, islam en filosofie, en is bestuurslid van Stichting PaRDeS. Van zijn hand verschenen o.a. Van Harem tot Fitna (samen met Theo Samelink, 2010) en Dialoog tussen religies (2011).


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.