Geplaatst op 4 februari 2019

Joodse en christelijke rituelen – rituelen en identiteit

Wat hebben joden en christenen wel en niet met elkaar gemeen? Over die vraag lopen de meningen, zowel onder christenen als onder joden, sterk uiteen. Van tijd tot tijd laait de discussie erover op. Onlangs gebeurde het nog in de PKN (Protestantse Kerk in Nederland).

Door: Gerard Rouwhorst

In de kerkorde van de PKN wordt gesproken over een ‘onopgeefbare verbondenheid van de protestantse Kerk met Israël’. Dit veronderstelt dat er een speciale band is tussen christendom, in dit geval de PKN, en het Jodendom. Het veronderstelt ook dat joden en christenen veel met elkaar gemeen hebben – wat zou die band anders voorstellen? Maar dat wordt nu juist door een aantal protestantse theologen in twijfel getrokken. Het christendom, zo stelt men, is eigen wegen gegaan. Dat sluit, zo zegt men, uiteraard niet uit dat wij goede contacten met joden moeten onderhouden. Maar dat geldt ook voor gelovigen van andere religies, zoals moslims en boeddhisten. Het Jodendom is geen geval apart.
Soortgelijke discussies spelen ook in de Rooms-Katholieke Kerk. In 1980 deed paus Johannes Paulus II in Mainz de – in die tijd voor een paus nog opmerkelijke – uitspraak dat God het verbond met het Joodse volk nooit heeft opgezegd. Wanneer zowel het joodse volk als de rooms-katholieke kerk een verbond met God hebben, dan mag je veronderstellen dat beiden het een en ander met elkaar gemeen hebben. Maar hoe zit het dan met de verschillen? Feitelijk is er toch sprake van twee religieuze tradities: de joodse en de christelijke? (Als wij voor het gemak de verschillen tussen joden en christenen onderling maar even buiten beschouwing laten.)

Veelal wordt aangenomen dat de verschillen tussen Jodendom en christendom vooral te maken hebben met geloof en theologie. Wat geloven joden en wat geloven christenen? In de dialoog tussen joden en christenen gaat het vaak over theologische thema’s. Over de vraag wie Jezus van Nazareth was, bijvoorbeeld, over de Drie-eenheid, over de vraag of je gered wordt door het geloof of juist door het doen van goede werken: het onderhouden van Gods geboden. Dat is natuurlijk niet helemaal ten onrechte. Over die thema’s verschillen de meeste joden en christenen inderdaad van mening, zelf als ze serieus hun best doen om elkaar te begrijpen. Maar als je elkaar wilt leren kennen en begrijpen, als je wil weten wat je met elkaar gemeen hebt en waarin je van elkaar verschilt, moet je niet alleen kijken naar wat je gelooft. Je moet ook kijken naar wat je doet, naar hoe je handelt. En dan gaat het om twee dingen: om morele normen en waarden én om rituelen. Met dat laatste woord doel ik zowel op de rituelen die in de synagoge en in de kerk plaatsvinden (de ‘liturgie’), maar ook op rituelen die elders worden verricht, bij uiteenlopende gebeurtenissen en feesten. Denk bijvoorbeeld aan de rituelen thuis, die een belangrijk onderdeel vormen van de ‘geleefde’ religie, het ‘geleefde’ geloof.

Er zijn meerdere redenen waarom inzicht in rituelen van joden en christenen hier zo belangrijk is. Rituelen zijn vormen van gedrag die verworteld zijn in je lichaam, je lijf. Ze zijn ‘embodied’ en daardoor tot een soort houding, een habitus, geworden. Ze verbinden je bovendien met je verleden, dat van jezelf maar ook dat van de gemeenschap waartoe je behoort. Door dat alles hebben rituelen een diepe emotionele lading. Het verklaart waarom er zo vaak conflicten ontstaan over rituelen. Denk aan de discussies over de besnijdenis, over de wijze van slachten, over de vraag wat je wel en wat je niet eet of drinkt, of over de datum waarop je Pesach of Pasen viert. En om een voorbeeld te noemen dat weinig met de relatie jodendom-christendom te maken heeft: Sinterklaas en zwarte Piet. Door rituelen onderscheid je je van mensen die bij een andere gemeenschap horen. Het heeft vaak weinig of niets te maken met wat je wel of niet geloof, maar heel veel met groepsidentiteit: bij welke groep of gemeenschap hoor je. En dus: wie ben je?

Het is daarom niet verwonderlijk dat het zo moeilijk is om je een enigszins objectief beeld te vormen van de rituelen van een ‘andere’ groepering. Het beeld dat je je daarvan vormt, is in belangrijke mate gevormd door je eigen achtergrond, je eigen identiteit. Het is gevormd door het beeld dat je van huis uit hebt meegekregen over de ‘ander’, de ander die andere rituelen kent waar je niet mee vertrouwd bent. Dat laat zich heel duidelijk illustreren aan de hand van de verschillende manieren waarop vanouds christenen naar joodse rituelen gekeken hebben en steeds nog kijken.
__

Dit is het eerste artikel van een serie over Joodse rituelen. Volgende week maandag verschijnt deel twee op deze website.

Gerard Rouwhorst is voorzitter van de Katholieke Raad voor het Jodendom


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.