Psalmen: verzoening en hoop
In het jodendom is sprake van twee vormen van verzoening: tussen mens en God en tussen mensen onderling.
Door: Tineke de Lange | Foto: Pixabay
In de Hebreeuwse Bijbel (het ‘Oude Testament’) ligt het accent op de verzoening van God en mens. Deze wordt bewerkstelligd door het brengen van offers. Het woord ‘verzoenen’ staat centraal in Leviticus 16, het hoofdstuk over Grote Verzoendag en niet toevallig precies het midden van de Tora. Op deze dag ging de hogepriester het heilige der heiligen binnen om verzoening te vragen voor zichzelf, zijn naasten en het hele volk. In 70 na Chr. kwam door de verwoesting van de Tweede tempel een einde aan de offercultus. Grote Verzoendag werd, naast een dag van inkeer en verzoening met God, dé dag van verzoening met de medemens. Volgens de Talmoed (Yoma 85b) zijn inkeer, verzoening met God en verzoening met de medemens drie onlosmakelijk verbonden. Zo kan het verhaal van God en mensen verder.
In een aantal Bijbelteksten heeft het woord ‘verzoenen’ de betekenis ‘vergeven’. In Psalm 78 bijvoorbeeld blikt de psalmist terug op de geschiedenis van Israël met God. Het volk schiet tekort maar God vergeeft het telkens weer (vers 38). De psalm eindigt met de uitverkiezing van Sion en David. Psalm 79 vertelt van de verwoesting van de Eerste Tempel. De psalmist roept in alle ellende tot God (vers 9): ‘Help ons God (…) red ons, vergeef onze zonden, omwille van uw naam’.
Psalm 65 is een danklied tot God. God is rechtvaardig, de schepper en schenker van overvloed. Hij is nabij en benaderbaar, hij verhoort gebeden en luistert naar wie zijn zonden belijdt: ‘Hoe talrijk onze zonden ook zijn / u scheldt ze kwijt, u wilt ze vergeven’. Psalm 65 wordt niet toevallig gebeden op Grote Verzoendag.
De Bijbel staat in het teken van toekomst. Verwachting en hoop gebaseerd op vertrouwen in Gods gerechtigheid en trouw. De Psalmen getuigen hier keer op keer van. God is de hoop voor armen (9,19) en voor wie bedreigd wordt (62,6). Ook wie zondigt mag op hem vertrouwen (Psalm 25). ‘Want u bent de God die mij redt, op u blijf ik hopen, elke dag weer’ (Ps. 25,5).
Tineke de Lange is exegeet en beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom