Recensie van ‘De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers’
Klaas A.D. Smelik was hoogleraar Hebreeuws, Hebreeuwse Bijbel en Jodendom aan de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Brussel, Leuven en Gent. Hij kent het Bijbels Hebreeuws als geen ander. Hij blijkt geen aanhanger van de historisch-kritische methode, maar hoort als exegeet tot de Amsterdamse school, zoals deze richting in de exegese wordt aangeduid. In zijn boek beperkt hij zich tot de verhalende teksten uit de Hebreeuwse Bijbel met een sporadisch uitstapje naar het Nieuwe Testament: vier passages uit de evangeliën en twee uit het boek Handelingen.
Door: Cor Sinnema
In dit boek maakt Smelik ons deelgenoot van zijn fascinatie voor de Bijbel en het eigen karakteristieke taalgebruik. Hij is vooral nieuwsgierig naar de technieken en stijlmiddelen waarover de Bijbelschrijvers beschikken. De ontdekkingen die hij hierbij doet, verdwijnen jammer genoeg in de meest gangbare vertalingen. Volgens Smelik zijn er slechte en minder slechte vertalingen, maar geen van alle zijn zo goed als het origineel. In de vele voorbeelden die hij behandelt, gebruikt hij zijn eigen vertaling, die zo dicht mogelijk bij de grondtekst blijft. Hij vindt dat aan elk woord van de Bijbel aandacht moet worden besteed en pleit voor een idiolecte vertaalwijze die anderen consonant noemen en voor een kolometrische indeling van de tekst zoals in de Naardense Bijbel.
Door alle mechanismen te beschrijven probeert hij in negen hoofdstukken de werking van de verhalen bloot te leggen. Hij maakt uitstapjes naar de Bijbels-Hebreeuwse grammatica en wijst op de bijzondere werkwoordsvorm die alleen in de Hebreeuwse Bijbel voorkomt: het imperfectum consecutivum. Deze zorgt voor een ritme in de tekst. Hij schenkt aandacht aan: motiefwoorden die als het onderstrepen van de boodschap functioneren; de rol van herhalingen in de tekst die een bepaalde spanning oproepen en verwachtingen wekken; en welke betekenis kan worden toegekend aan het inlassen van liederen en poëzie in prozateksten. Hij bespreekt de functie van een open einde van het verhaal, de dubbele bodems, hints, cliffhangers; en bespreekt speciale genres zoals raadsels en fabels, dromen, wonderverhalen, horror en misdaad. Hij laat zien dat het gereedschap van Bijbelschrijvers ook ten dienste stond van niet-Bijbelse teksten. Allemaal kunstgrepen die ervoor zorgen dat de lezer actief moet meewerken en moet proberen de werkelijke betekenis van wat er verteld wordt te achterhalen.
Hij kiest zijn woorden zorgvuldig en heeft het over herhalingen en onverwachte wendingen, vooruitblikken en achteruitverwijzingen om theologische gekleurde termen als ommekeer of voorafschaduwing te vermijden. Smelik gebruikt daarom liever de term foreshadowing.
Een prominente rol heeft Smelik ingeruimd voor het verhaal uit Genesis hoofdstuk 22, dat hij nu eens als titel meegeeft ‘het offer van Isaak’ en dan weer als ‘Abrahams beproeving’, al naargelang het aspect waar hij de lezer op wil wijzen. Het doel van dit verhaal is niet dat Isaak wordt geslachtofferd, maar dat Abrahams vertrouwen in God wordt getest. Hij besluit met het verhaal van 1 Koningen 13 in het laatste hoofdstuk Ten slotte, waarin allerlei technieken tegelijk gebruikt worden.
Hij baseert zich in deze studie op bekende Joodse geleerden als Juda Lion Palache, de eerste Joodse UvA-hoogleraar op het terrein van de Joodse Studies, de Russische onderzoeker Vladimir Propp, de Litouwse structuralist Greimas, de filoloog Erich Auerbach, Martin Buber en Franz Rosenzweig. Hij maakt vergelijkingen met Griekse tragedieschrijvers en literatuur van meer eigentijdse schrijvers, waarbij detectives als die van Agatha Christie, Poirot of Sherlock Holmes en romans zijn voorkeur hebben. Onder hen zijn klinkende namen als Dostojewski, Anton Tsjechov, Willem Elsschot, Tessa de Loo, William Shakespeare.
Hij verwijst niet naar zijn bronnen of andere literatuur voor verdere studie. De paar voetnoten zijn bijna altijd vooruitwijzingen en achteruitverwijzingen naar andere paragrafen in zijn boek zelf. Hij volstaat aan het eind met een Register van Bijbelplaatsen. Het is een rijk boek voor iedereen die gegrepen is door het Hebreeuws en de Bijbel, en nog dichter bij de tekst wil komen. Het is een zeer lezenswaardig boek voor pastores en catecheten en zij die hiervoor studeren. De lezer wordt uitgenodigd na te denken over de betekenis van wat hij heeft gelezen.
___
De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers. Hoe verhalen in de Bijbel worden verteld, door Klaas A.D. Smelik, Walburgpers, 2025, 237 blz. ISBN 978 94 6456 557 7, € 24,99
___
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom ‘s-Hertogenbosch