Geplaatst op 1 december 2024

Recensie van ‘Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen’

De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004 was de eerste interconfessionele vertaling voor het hele Nederlands taalgebied. In 2021 volgde een vernieuwde en verbeterde versie onder naam NBV21. Hierbij verscheen recent een studie-uitgave met Joodse Toelichtingen. Deze werden verzameld door twee Amerikaanse wetenschappers: dr. Amy-Jill Levine, hoogleraar New Testament and Jewish Studies aan de Hartford International University for Religion and Peace en emeritus-hoogleraar aan de Vanderbilt University, en dr. Marc Zvi Brettler, hoogleraar in Judaic Studies en Religious Studies aan de Duke University. Zij vormen de eindredactie van The Jewish Annoted New Testament, dat voor het eerst in 2011 verscheen. De tweede uitgave van 2017 is in het Nederlands vertaald onder de titel Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen, afgekort als NTJT.

Door: Cor Sinnema

Er bestaat bij Joden en christenen nog steeds veel onbegrip over elkaars teksten en tradities. De beide eindredacteuren willen samen met 78 andere Joodse wetenschappers Joden kennis laten maken met het Nieuwe Testament. Tegelijk willen ze christenen bekend maken met de Joodse context van het Nieuwe Testament. Ze hopen hen ermee te kunnen waarschuwen voor de manier waarop bepaalde passages uit hun historische context werden gehaald en geleid hebben tot antisemitisme.

De Nederlandse uitgave bevat de volledige vertaling van het Nieuwe Testament NBV21 en is een onderdeel van dit studieboek, dat vooral bestaat uit toelichtingen bij de tekst. Alle Bijbelboeken hebben een inleiding, de Bijbelteksten zijn rijkelijk voorzien van aantekeningen in de voetnoten en de teksten worden regelmatig onderbroken door 88 kaderteksten. Hierdoor krijgt het boek een Talmoedachtig karakter. Sommige voetnoten vormen een kort artikel dat over meerdere bladzijden doorloopt. Alle aantekeningen verwijzen weer verder naar 54 essays die achter in het boek zijn opgenomen. Deze essays van Joodse wetenschappers zorgen voor een verdere verdieping van de eerdere aantekeningen bij de tekst, overlappen die in veel gevallen of spreken ze soms tegen. Voor in de uitgave staat een alfabetisch overzicht van alle kaderteksten en essays.

Aan de uit het Engels vertaalde essays zijn in de Nederlandse uitgave drie ‘nieuwe’ essays toegevoegd. Het eerste is een essay voor de Duitse editie over Luther en de Joden onder de titel ‘Dulden kunnen we ze niet’. De twee laatste essays zijn speciaal voor het Nederlands taalgebied geschreven. Een voortreffelijke bijdrage van Eric Ottenheijm en Leo Mock onder de titel ‘Joods-christelijke dialoog in Nederland en het Nieuwe Testament’ en een essay over de ‘Joods-christelijke dialoog in België en het Nieuwe Testament’ van Danny Rouges van de Antwerpse  Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen.

De aantekeningen bij de Bijbelvertaling verwijzen niet alleen naar boeken uit de Hebreeuwse Bijbel en uit het Nieuwe Testament zoals gebruikelijk, maar nu ook naar teksten uit Qumran, traktaten uit de Midrasj, de Jeruzalemse en Babylonische Talmoed en Tosefta-traktaten, en heel veel andere teksten uit de oudheid, van geschiedschrijvers en filosofen als Flavius Josephus, Philo en Plutarchus, en apostolische vaders en kerkvaders als Polycarpus, Origenes en Tertullianus. Lezend in de bijdragen wordt één ding steeds duidelijker: aan het einde van de vierde eeuw g.j. zijn er nog geen scherpe scheidslijnen tussen het ‘Jodendom’ en het ‘christendom’. De werkelijkheid blijkt complexer dan vaak wordt gedacht. Het christendom is een van de vele Joodse sektes en stromingen, die er in het begin van onze jaartelling waren, zoals Messiaanse bewegingen, Judaïsanten, Joodse christenen. De ‘scheiding der wegen’ is van de eerste eeuw verschoven naar een veel globalere en veel latere datering.

De essays beslaan 260 bladzijden en zouden ook los van de Bijbelvertaling een prachtig boek met Joodse Toelichtingen kunnen zijn, zoals eerder het boek ‘Van Abba tot Zondebok’ (Halewijn/Bernemedia, 2019) of ‘Bijbelwoorden van A tot Z’ (NBG, 2023). Er is niets op tegen om naast een Bijbel ook een commentaar te leggen. Dat zijn studenten, pastores en predikanten immers gewend. De nieuwe uitgave is een kostbare en mooi verzorgde studiebijbel, die opnieuw veel verheldert en verklaart. Maar ze bevat slechts één vertaling. Geen woord over de Naardense Bijbel of de Willibrordvertaling.

Precies op de helft van het boek (blz. 462) bevindt zich de brief aan de Tessalonicenzen, die als het oudste document van het Nieuwe Testament wordt beschouwd. Normaal omvat deze brief 3 bladzijden, maar in de NTJT zijn dat er met inleiding, kaderteksten en aantekeningen ruim 8 geworden. In de brief lezen we ook het fragment dat bekend staat als de heftigste uitval van Paulus tegen de Joden en waarin Paulus de Joden tegen de feiten in beschuldigt van de moord op Jezus. Zijn uitval wordt hier ‘schimprede’ genoemd. Gelukkig is er ook aandacht voor de Vaticaanse Verklaring Nostra aetate en vele andere die het idee van een collectieve en blijvende schuld van Joden aan de kruisiging van Jezus hebben afgewezen. Paulus ziet twee verschillende wegen tot God, die een belangrijke aanzet bieden voor het religieus pluralisme, waarbij geen bekering nodig is van de ene religie naar de andere.

Het boek zet alle inzichten helder op een rij. Het maakt de balans op over de stand van zaken met betrekking tot joods-christelijke dialoog. De geschiedenis, aspecten van de joodse samenleving, de grenzen tussen de Joden en niet-Joden, religieuze gebruiken en religieuze opvattingen, literatuur en geschriften  hoe het christendom op een bepaald punt in de tijd uit het Jodendom is ontstaan. Het viel me op dat er relatief veel aandacht is voor vrouwen en dat er zelfs een apart essay wordt besteed aan hoe gender werkt in de geschriften. Maria van Magdala wordt door Tal Ilan (een in Israël geboren en in Duitsland werkzame professor judaïstiek) de daadwerkelijke stichter van het christendom genoemd. De westerse christelijke traditie heeft het belang van haar prestatie geprobeerd af te zwakken. Er is informatie over de manier waarop de Mariaverering invloed heeft op het werk van Joodse kunstenaars. Maria wordt vanwege haar maagdelijkheid door christenen vaak gezien als een volmaakte vrouw, als Moeder Gods, terwijl Joden haar als echtbreekster of een overspelige vrouw zagen. Maria zou op een natuurlijke, onwettige manier zwanger zijn geworden of wordt beticht van overspel. Het boek besluit met een Tijdlijn, een overzicht van heersers, van rabbijnen uit de eerste generaties, de kalender, maten, gewichten en munteenheden, vertalingen en literatuur, structuur van de Misjna, een woordenlijst.

Onze tijd vraagt om goede en verantwoorde informatie in de dialoog tussen Joden en christenen. Hierin verdient dit prachtige naslagwerk een plek naast andere literatuur. Ik hoop dat het gebruikt gaat worden in Joodse-christelijke dialooggroepen, in de opleidingen en bij de nascholing van onze voorgangers en predikanten.

Boekgegevens:
Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen, Uitg. Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, Haarlem/Antwerpen, ISBN 9789089122834, 2024, 934 blz. € 65,-

Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom ‘s-Hertogenbosch


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.