Recensie van ‘Israël? Wat Jezus, apostelen en evangelieschrijvers werkelijk zeggen’ van Hans van Oort
Hans van Oort, de schrijver van Israël? Wat Jezus, apostelen en evangelieschrijvers werkelijk zeggen, is een vermaard patristicus. Zijn roem begon al met zijn proefschrift Jeruzalem en Babylon. Een onderzoek van Augustinus’ De stad van God en de bronnen van zijn leer van de twee steden (rijken). Hij was als een van de weinige Nederlanders betrokken bij de eerste studies over het evangelie van Judas en geldt als een belangrijk geleerde op het gebied van Augustinus, gnostiek en dan met name het Manicheïsme.
Door: Bart Koet
Het boek dat in deze recensie besproken wordt, is zoals de eerste zin ervan al duidelijk maakt, uit nood geboren. Na 7 oktober 2023 kon de schrijver niet meer zijn normale werk doen en besloot hij tot het schrijven van dit boek. Vanaf de eerste bladzijde ligt zijn focus vast: het is Israël dat geweld pleegt, maar christenen zien dat niet of te weinig en bejubelen onkritisch de staat Israël. Bij de vele vragen die 7 oktober opriep, bijvoorbeeld waarom Hamas de gruwelen pleegde, hoe het kon dat Israël die niet had zien aankomen, door wie Hamas gesteund werd, enzovoort, staat Van Oort niet stil.
Als christen-theoloog wil Van Oort niet langer aanzien hoe volgens bepaalde christelijke opvattingen de Bijbel de staat Israël zou legitimeren. Zijn belangrijkste beschuldiging is dat voor sommige christenen het joodse volk toen hetzelfde zou zijn als de staat Israël nu. Wie die christenen zijn en hoe zij precies redeneren laat hij in het midden; wel merkt hij op dat dit idee door ‘theologen van diverse snit’ wordt gevoed. Vervolgens zet hij zijn project uiteen: laten zien dat de oudste geschriften van het christendom juist geen enkele ruimte laten voor de staat Israël. Daartoe bespreekt hij kort alle boeken van het Nieuwe Testament, een onderzoek dat volgens hem aantoont dat die boeken geen enkel positief argument leveren voor de staat Israël en – zo voegt hij er aan toe – geen enkele support voor de herhaalde gruwelijkheden die de Joodse staat zich denkt te kunnen veroorloven.
Israël? Wat Jezus, apostelen en evangelieschrijvers werkelijk zeggen is een gedreven boek geworden dat in verschillende media al besproken is. Er zit boosheid in het boek en terecht. Kan dat zomaar allemaal, wat in Gaza gebeurt? Is toekijken hetzelfde als schuldig zijn? En waarom wordt elke kritiek op wat Israël daar doet door sommigen meteen uitgelegd als antisemitisme?
Hoezeer ik de boosheid begrijp, zou ik toch een paar fundamentele kanttekeningen bij het boek willen zetten, omdat het mijns inziens zijn doel volledig mist. Een eerste opmerking is dat Van Oort vindt dat er op grond van het Nieuwe Testament geen ruimte is voor de staat Israël. Dit resulteert in bevreemdende constructies, zoals de teksten uit Johannes over het koninkrijk God een antwoord laten geven op vragen over de staat Israël. Dat is wanhopig makend anachronistisch. De evangelist Johannes kan niets melden over de staat Israël, net zoals hij niets te melden heeft over Vaticaanstad. Daarmee maakt Van Oort dezelfde fout als de theologen ‘van diverse snit’ die zouden beweren dat het Nieuwe Testament wel iets zegt over de staat Israël en wel zo, dat die boeken de staat Israël zouden legitimeren. Van Oort reflecteert niet echt op wat het begrip ‘staat’ in de context van het Nieuwe Testament dan wel zou kunnen betekenen en daarmee wordt zijn betoog wat merkwaardig.
Een tweede opmerking betreft de in het boek voortdurend gebruikte termen ‘christelijk’ en ‘christenen’. Nergens wordt duidelijk wat en wie hiermee bedoeld worden. In feite lijkt de discussie hier vooral een binnen-protestants debat te zijn, maar dat wordt niet eens even aangestipt. Je zou verwachten dat deze auteur, als voormalig hoogleraar aan een katholieke universiteit en deskundige op het gebied van Augustinus, iets zou zeggen over de verschillen tussen de diverse christelijke denominaties en de verschillende manieren van denken over de staat Israël. Dat zou misschien zijn eigen betoog hebben kunnen nuanceren en op sommige punten zelfs bevestigen. Dat dat niet gebeurt wringt.
Als exegeet heb ik bovendien op veel plaatsen kanttekeningen bij wat Van Oort zegt. Omdat hij alle boeken van het Nieuwe Testament bespreekt, moet hij wel focussen op datgene wat hij belangrijk acht. Zijn focus is dat alles in het Nieuwe Testament gericht is op het geestelijke, en dat geestelijke zou dan tegenover het idee van een (wereldlijke) staat staan. Van Oort lijkt zo trouw te zijn aan Augustinus dat hij diens tweerijkenleer overal in het Nieuwe Testament denkt te kunnen aantreffen. Daarbij citeert Van Oort alleen de Bijbelteksten die zijn stelling zouden onderbouwen en ook alleen die secundaire literatuur die hem uitkomt. In de rechtszaak tegen de staat Israël (want dat is het boek zeker ook) voert hij slechts belastende getuigen op.
Natuurlijk is volgens Van Oort het Nieuwe Testament een joods boek, maar wel van Joden die alleen maar nog een weg voor het Jodendom zien via Jezus. Dat met een dergelijke lezing alle ruimte wordt gegeven aan de substitutietheologie en aan de Jodenzending lijkt voor Van Oort geen issue. Zijn boosheid over wat de staat Israël nu doet is zo groot dat er geen ruimte is om na te denken het feit dat sommige vormen van christelijke theologie voor Joden voor veel ellende gezorgd heeft. Noch de vraag naar de koloniale wortels van het conflict in het Midden Oosten, noch de vraag of er ook aan de andere kant geweld gepleegd wordt komt aan de orde. Het ontbreekt in het boek ook aan erkenning te vinden dat er aan beide kanten groepen zijn die zich ondanks alles inzetten voor vrede, groepen die te weinig gehoord worden. In Israël zijn er nog steeds mensen en organisaties die niets van het geweld van de staat moeten hebben en ook in Gaza of de Westbank zijn er nog altijd mensen die voor dialoog ‘vechten’. Dat in Gazastad Hamas de dag na het begin van een broos staakt-het-vuren standrechtelijke executies uitvoert laat zien dat het geweld niet alleen van Israël komt.
Israël? is dus een heel protestants boek, dat als doel heeft een groep als Christenen voor Israël alle argumenten te ontnemen. Uiteindelijk is het daarmee zelf een ongenuanceerd verhaal geworden, dat het Nieuwe Testament laat buikspreken en allerlei termen gebruikt die niet uitgelegd worden. Wat betekent het toch wanneer Van Oort zegt dat de leer van het Koninkrijk ‘geestelijk’ is? Uiteindelijk maakt Van Oort dezelfde fout als de groep die hij wil corrigeren. Het boek zou waarschijnlijk ook – maar dat is misschien wat al te chauvinistisch – wat genuanceerder geworden zijn als het katholieke zoeken naar een respectvolle verhouding met het jodendom op een of andere manier gehonoreerd was.
Boekgegevens
Auteur: Hans van Oort | Titel: Israël? Wat Jezus, apostelen en evangelieschrijvers werkelijk zeggen | Uitgave van Amsterdam University Press, Amsterdam | Jaar van uitgave: 2025 | Aantal pagina’s: 256 | ISBN 9789048573585 | Prijs: € 24,99
Bart Koet is emeritus-hoogleraar Nieuwe Testament aan de Tilburg School of Catholic Theology/ Universiteit van Tilburg



