Geplaatst op 12 juni 2024

Recensie van ‘Nederland en de herinneringen aan de Jodenvervolging 1945-2024’

Frank van Vree is emeritus hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het NIOD en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Op verzoek van de uitgever heeft hij een aantal artikelen van zijn hand gebundeld in zijn recent verschenen boek Nederland en de herinneringen aan de Jodenvervolging 1945-2024. Twee van de zeven hoofdstukken zijn nieuw: het derde en het vierde.

Door: Cor Sinnema

De bundel begint met een kernachtig overzicht van de Duitse maatregelen vanaf de inval op 10 mei 1940 tot en met de capitulatie op 5 mei 1945, en de gevolgen ervan voor Joods Nederland: registratie, isolatie, verhuizingen, tewerkstellingen, onttrekking aan het Nederlands gezag, verwijdering uit de nationale gemeenschap en de deportatie. In het tweede hoofdstuk beschrijft Van Vree het lange en moeizame proces om te erkennen dat Joden slachtoffers waren. Uit exposities en gedenktekens blijkt dat Joden – zoals overal in Europa – op de eerste plaats als Nederlanders werden gezien. Na de oorlog overheerste vooral een nationale herinneringscultuur. De Jodenvervolging werd als het ware ‘ingelijfd’ in het nationale verhaal.

Het derde hoofdstuk herneemt de gedachte dat de slachtoffers allereerst als Nederlanders herdacht werden, niet als Joden. Van Vree laat tevens zien hoe het proces-Eichmann als een katalysator heeft gewerkt voor de herinneringscultuur en de geschiedschrijving in Nederland. Het gaat om een nationaal verhaal van lijden en strijden, waarbij het kwaad vooral van buiten kwam en de rol van Nederlandse instanties onbesproken bleef. Deze breuk in de herinneringscultuur wordt in het bijzonder zichtbaar in het vierde hoofdstuk, waarin het tweedelige hartverscheurende boek van Jacques Presser over de Jodenvervolging in Nederland centraal staat: Ondergang. Diens boek is vanuit het perspectief van de vervolgden geschreven en zou “door geen enkele historische studie geëvenaard worden”. Ironie was voor Presser een middel om zijn emoties te reguleren. Van Vree beschrijft de totstandkoming van dit boek aan de hand van het leven van Presser en noemt zijn boek een idiosyncratisch werk en een ‘monument voor de doden’.

In hoofdstuk vijf laat Van Vree zien wat het belang is van individuele verhalen en getuigenissen voor het geheel van de geschiedschrijving. Ze dienen als sleutel “om dichter bij het hart van de duisternis te komen” (237). Dat wordt duidelijk uit de wisselende aandacht voor oorlogsdagboeken en de autobiografie van Primo Levi. De erosie van ‘de grote verhalen’ en de aandacht voor ‘gewone’ mensen zorgen voor een grote verschuiving in de historische cultuur. De ervaringen van slachtoffers worden tot de meest essentiële elementen van de geschiedenis gemaakt: deze komen in de plaats van abstracte waarheden.

Hoofdstuk zes begint met het Nationaal Holocaust Namenmonument. De naam wijst op een nieuwe fase in. De Nederlandse herinneringscultuur houdt vanaf nu gelijke tred met de internationale Holocaust-cultuur. Het woord Holocaust was tot 1978 in ons land nog onbekend. Gedenktekens krijgen steeds vaker een plaats in de publieke ruimte en in plaats van een zerk, een reliëf of gedenkmuur ontstaan vrijere vormen. Van Vree spreekt van een ‘monumentalisering van de herinnering aan de Jodenvervolging’. De herdenking past als ritueel binnen een wijdverbreide en omvattende herinneringscultuur en krijgt religieuze trekken.

Ook het laatste hoofdstuk gaat in op de betekenis van deze brede transnationale herinneringscultuur rond de Holocaust. Deze wordt een wereldwijde seculiere religie of religion civile genoemd en de meest radicale uitdaging ooit voor het traditionele geloof. In de Epiloog zwakt Van Vree dit mondiale aspect enigszins af door te zeggen dat “de Holocaust als ‘cultureel artefact’ vooral gevormd is in een specifiek Europees-Amerikaanse context en verbreid in een periode waarin de westerse liberale wereldorde domineerde.” (blz. 357)

Na Verantwoording en dankwoord volgen vijfentwintig bladzijden met Aangehaalde literatuur. Het boek besluit met een Register.

We mogen de uitgever dankbaar zijn dat hij Frank van Vree gevraagd heeft om zijn artikelen te bundelen. Het is een fundamenteel boek geworden dat ook goed inzicht geeft in de geschiedenis van de geschiedschrijving. Bijna tachtig jaar na de bevrijding heeft Nederland zich gevoegd naar de transnationale herinneringscultuur die zich de laatste decennia rond de Holocaust heeft gevormd. Veel van wat elders is te lezen, te horen en te zien valt in dit boek op zijn plaats en doet ons begrijpen wat er gepasseerd is en wat ons nog te doen staat. Jammer alleen dat de Hebreeuwse letters en woorden verkeerd om staan: van links naar rechts en niet van rechts naar links.

Boekgegevens
Nederland en de herinneringen aan de Jodenvervolging 1945-2024 | Frank van Vree | Uitgeverij Verbum | ISBN 9789493028777 | 407 blz. | € 29,50
___

Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom ‘s-Hertogenbosch

 


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.