Recensie van ‘Waar gaat het over als het over Joden gaat?’ van David Wertheim
De omslag van het eerder dit jaar verschenen boek Waar gaat het over als het over Joden gaat? suggereert een ‘pamflet’ of een ‘vlugschrift’, maar het boek blijkt bedoeld als een serieuze studie naar de achtergronden en beweegredenen van mensen die het woord Jood in de mond nemen. De auteur is David Wertheim, cultuurhistoricus en directeur van het Menasseh ben Israël-Instituut voor Joodse Studies en zelf Joods van origine. In dit boek doet hij uitvoerig verslag van zijn heel persoonlijke rondtocht langs Nederlanders van allerlei pluimage die over Joden spreken en schrijven. Hij probeert zich hierbij van een oordeel te onthouden.
Door: Cor Sinnema
Hij begint met een bezoek aan Willem Engel, de oprichter van de actiegroep Viruswaanzin / Viruswaarheid. Daarna praat hij met personen uit allerlei denominaties binnen het Nederlands protestantisme. Allereerst degenen die de ‘onopgeefbare verbondenheid’ met Israël in praktijk brengen, die dwepen met Jeruzalem en zingen voor de God van Israël. Onder hen zijn sympathisanten van de beweging Christenen voor Israël, leden van messiaanse gemeenten, en mensen die ‘joodje spelen’, onder wie Jip Wijngaarden, die de rol van Anne Frank heeft gespeeld. Daartegenover horen we het geluid van liberale theologen binnen de PKN, zoals dominee Offringa, die kritisch staan tegenover mensen die zoveel christelijke liefde voor Israël hebben, die twijfels hebben bij zo’n nauwe band met Israël en mensen die opkomen voor de Palestijnen.
Wertheim luistert vervolgens naar mensen die op Ketikoti werken aan de eigen identiteit en met een maaltijd de afschaffing van de slavernij herdenken. Hij ziet dat ze hiervoor heel goed naar de seiderviering van Pesach hebben gekeken. Dan mengt hij zich in het gesprek van demonstranten, die zich in spreekkoren en raps identificeren met Palestijnen. Hij praat met notoire rechtse en linkse Nederlandse politieke partijen. Hij brengt een bezoek aan twee verschillende soorten Kristallnachtherdenkingen: de nationale en het ‘alternatief’. Door een toeval krijgt hij de kans voor een uitgebreid interview met Dries van Agt, die het ‘wel gezellig vindt met hem te babbelen’. Verder ontdekt hij dat het woord Jood bij voetbalsupporters een heel eigen betekenis heeft, die niet naar ‘echte’ Joden verwijst.
Bijna aan het eind van zijn rondgang bekent Wertheim tegenover rabbijn Binyomin Jacobs, “de opperrabbijn van Christenen voor Israël”, dat hij na zijn bar mitswa nog een paar keer naar de synagoge is geweest, maar dat niet heeft volgehouden. Jacobs is blij met de steun van christenen, maar is tegelijk ook uitgesproken tegen een dialoog met hen. Als laatsten spreekt Wertheim met Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, en Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid.
Zijn conclusie is niet verrassend: het debat over Joden gaat vaak helemaal niet over Joden, maar over de Nederlandse samenleving en de kwesties die in ons land spelen. “Joden zijn een middel en geen doel” (blz. 220). In plaats van een gesprek tussen de Joodse gemeenschap en de niet-Joodse Nederlanders omschrijft hij de interactie liever als een samenwerking waarbij verschillende Joden en niet-Joden met elkaar coalities smeden vanuit een overeenkomstig belang. Hij stelt vast dat het gezag van de Joodse stem niet meer eenduidig is en dat deze meerduidigheid uiteindelijk het gezag aantast.
Wertheim sprak mensen van allerlei pluimage en er wordt mij veel duidelijk over de standpunten van de respondenten, maar zijn keuze is naar mijn mening eenzijdig, zowel wat Joden als christenen betreft. Rooms-katholieken en liberale Joden bijvoorbeeld komen niet aan het woord, evenals de middenpartijen in het politieke veld.
Boekgegevens
Waar gaat het over als het over Joden gaat? David Wertheim, De Bezige Bij, Amsterdam, 2022, ISBN 978 94 031 75119, 269 blz., € 23,99
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom van ‘s-Hertogenbosch