Geplaatst op 24 maart 2020

Recensie van ‘Wat heeft de joods-christelijke dialoog ons gebracht?’

Deze jubileumbundel bij gelegenheid van de veertigste theologische conferentie van de Classicale werkgroep Kerk en Israël Noord-Brabant en Limburg en de Antwerpse Contactgroep voor Joods-christelijke betrekkingen bevat een evaluatie van de dialoog die enkele dominees zijn begonnen met enkele rabbijnen/docenten jodendom. Pastores en schoolcatecheten van de katholieke traditie werden hierover in bulletins van de bisschoppelijke bureaus geïnformeerd, en waren dus geen initiatiefnemers. Wel de Inspecties voor godsdienstonderwijs en de Vlaamse Commissie voor Betrekkingen tussen Christenen en Joden.

Door: Cor Sinnema

In totaal bestaat de bundel uit dertien korte persoonlijke reflecties van veelal bekende rabbijnen, theologen, predikanten en leken: Leo Mock, Tamarah Benima, Heleen Pasma, Lody van de Kamp, Didier Pollefeyt, Tzvi Marx, Gertrudeke van der Maas, Marcel Poorthuis, Dick Pruiksma, Gerard Willems, Peter Tomson, Joep Dubbink, Michael Mulder. Verder één vraaggesprek van Danny Rouges met Nadine Iarchy. Vervolgens geeft de bundel een overzicht van alle 40 conferenties met hun thema én de sprekers. Hieruit blijkt dat er slechts één keer (in 1997) een conferentie niet doorging bij gebrek aan belangstelling. Daar moet nu (2020) een tweede aan worden toegevoegd vanwege het coronavirus. Het boekje wordt gecompleteerd door een kleine handige biografie.

De titel “joods-christelijke dialoog” wordt hier vooral gebruikt voor de dialoog van hervormde en gereformeerde predikanten met enkele rabbijnen. Het woordje ‘ons’ in de titel verwijst naar dit protestantse initiatief waarmee is in 1981 werd begonnen. Het is een prachtig initiatief geweest van samenwerkende protestanten in Nederland en Vlaanderen. Maar waar zijn de katholieken? Ik keek er naar uit om voor de eerste keer deel te nemen aan deze conferentie, maar deze is uitgesteld.

Na lezing van alle bijdragen bleef één vraag hangen: Wanneer is er sprake van een dialoog? Er blijken verschillende opvattingen over te bestaan. Leo Mock opent met: “De smalle brug van wantrouwen naar goede relaties”. Hij kiest 1951 als beginpunt (oprichting Katholieke Raad voor Israël, en vermeldt 1965 (verschijnen van Nostra Aetate) en 1981 (oprichting OJEC). Lody van de Kamp kiest 1942 als beginjaar (oprichting van de Britse Raad van Christenen en Joden). Didier Pollefeyt van de Katholieke Universiteit Leuven, begint zijn bijdrage met de ontwikkelingen sinds Nostra Aetate. Hij staat stil bij het idee van ‘het nooit herroepen verbond’ dat paus Johannes Paulus II in 1980 introduceerde en de typisch katholieke oplossing die Benedictus XV voorstaat door het te typeren als “een onpeilbaar goddelijk mysterie”. Marcel Poorthuis, professor in de dialoog tussen de godsdiensten aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg, beperkt zich tot een overzicht van de trialoog op hoofdlijnen en geeft impliciet antwoord op de vraag waar katholieken zijn met de zin: “Het protestantisme is van oudsher gevoeliger voor de dialoog met het Jodendom dan het katholicisme.” Dat geeft mogelijk een verklaring voor de geringe inbreng van katholieke zijde.

Het initiatief tot de dialoog gaat dus uit van protestanten. Is het een echte dialoog? Voor een echte dialoog zijn minstens twee partijen nodig. Van de Kamp vraagt zich openlijk af of dit eigenlijk wel een dialoog kan worden. “Zouden we niet eerst de tijd moeten nemen om eindelijk goed naar elkaar te gaan luisteren.” Eerst dus de monoloog. De dialoog komt later wel. Van der Maas zegt hierover: “Laat de ander de ander zijn. Spreek niet ‘over’ Joden, maar ga het gesprek aan met Joden”.

Dick Pruiksma beschrijft, mede namens de International Council of Christians and Jews (ICCJ) de dialoog in enkele Europese landen. Protestantse kerken in Europa zijn nationaal georganiseerd en dat vormt een ander deel van de verklaring voor de geringe bijdragen van katholieken. Alle kerken staan voor de opgave om zich te definiëren in relatie tot hun joodse afkomst. Het valt me op dat protestanten vaak vele eeuwen kerkgeschiedenis overslaan en snel op zoek gaan naar een directe aansluiting met hun joodse wortels. Ze omarmen de Hebreeuwse Bijbel als het gemeenschappelijk vertrekpunt voor hun dialoog. Pasma drukt dat uit door te zeggen: ”de kerk leeft achter Israël aan” (27).

De meest hoopvolle beschrijving van de dialoog trof ik aan bij Dick Pruiksma, die aan het einde van zijn bijdrage schrijft: “Voor het eerst is er een Paus die zichzelf ten aanzien van het Joodse volk niet in de eerste plaats van theoloog opstelt maar die vooral een vriend wil zijn. De vriendschappelijke dialoog tussen (toen) kardinaal Bergoglio en rabbijn Skorka in Buenos Aires was anders dan wij in Europa gewend zijn.” Hiermee bereikt dialoog de juiste menselijke maat. Een echte dialoog is immers gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect tussen mensen.

De jubileumbundel is een pas op de plaats. Het oorspronkelijke enthousiasme binnen de christelijke kerken is enigszins geluwd. Het wachten is op suggesties om een dialoog te beginnen aan de basis tussen mensen en niet tussen instituten. Hopelijk zullen de reflecties op deze conferentie, en de komende jubilea van het OJEC en KRJ, hiervoor de nieuwe wegen kunnen openen.

Boekgegevens
Wat heeft de joods-christelijke dialoog ons gebracht? Ontmoetingen, lessen en perspectieven | Onder redactie van Franc de Ronde, Derk Blom, Danny Rouges en Douwe Wielenga | Uitgeverij Eburon/Utrecht 2020 | ISBN 978-94-6301-287-4 | € 16,-

Klik hier voor meer informatie over dit boek of om het boek te bestellen.

Cor Sinnema is secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.