Sms-berichten uit de oudheid
Karel van den Toorn, hoogleraar religiegeschiedenis aan de UvA, noemde de kleitabletten waarnaar hij en vele anderen onderzoek doen: sms-berichten uit de oudheid. Hij deed dat tijdens het minisymposium ‘De joodse diaspora in perspectief’, dat gistermiddag werd georganiseerd naar aanleiding van de presentatie van zijn nieuwe boek Becoming Diaspora Jews.
Door: Cor Sinnema
Kleitabletten en papyrusrollen ontcijferen kost vele jaren. Dankzij kennis van het spijkerschrift heeft Van der Toorn het werk van de joodse professionele schrijvers kunnen vergelijken met de schrijfgewoonten in het oude Egypte. Dat resulteerde met name in het ontcijferen van de beroemde Papyrus Amherst 63. Tot nu toe leverde het omzetten van de Demotische schrifttekens vaak onbegrijpelijke teksten op. De doorbraak kwam door de ontdekking dat dit Demotisch schrift gebruikt werd om de Aramese taal mee weer te geven. Inmiddels stelt het ontcijferen van de omvangrijke verzamelingen van papyri en kleitabletten wetenschappers in staat om ‘een geschiedenis te schrijven’ over het proces van joods worden in de diaspora, het thema van het boek.
Gebleken is dat er sinds de vijfde eeuw v. Chr. zeker vier generaties lang een grote joodse gemeenschap op het eiland Elephantine woonde, bij Aswan, in het zuiden van Egypte. Dit eiland maakte deel uit de vestingwerken die in het Perzische Rijk aan de grens ter verdediging waren opgericht. De joden van Elephantine waren in dienst bij de Perzen. Als tegenprestatie hiervoor ontvingen zij huizen, land en geld. Hun leven is gedocumenteerd in de grote verzameling papyri en kleitabletten. Hieruit valt op te maken hoe deze joodse gemeenschap als een landbouwkolonie leefde, tot welke God(en) zij zich richtten en dat ze een eigen tempel hadden.
Een keur aan Nederlandstalige specialisten deelde de inzichten van hun onderzoek tijdens het mini-symposium dat in het Joods Historisch Museum werd gehouden: Irene Zwiep (Hebreeuwse, Aramese en Syrische talen en culturen, UvA); David Wertheim (Menasseh ben Israel Instituut); Caroline Waerzeggers (Assyriologie, UL), Bert van der Spek (VU); Jan Willem van Henten (UvA); Lieve Teugels (PThU, Amsterdam); Bob Becking (UU) en Olaf E. Kaper (Egyptologie, UL). Ze vroegen zich o.a. af of je diaspora of identiteit opnieuw zou moeten definiëren en of je van Judeeërs of Joden zou moeten spreken.
Aan het eind van het symposium overhandigde Karel van den Toorn het (bijna) eerste exemplaar van zijn nieuwe boek Becoming Diaspora Jews aan Emile Schrijver, de directeur van het Museum Kwartier. Schrijver waardeerde dat dit gebeurde in de context van zijn museum, omdat daarmee ook duidelijk werd, dat aan deze oude joodse geschiedenis in zijn museum (nog) maar weinig aandacht wordt besteed. Bij het Joodse Historisch Museum worden over het algemeen de middeleeuwen als beginpunt genomen. De toekomst zal leren in hoeverre deze oproep werd verstaan.
Cor Sinnema is secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom | Foto: Wikimedia