Tentoonstelling ‘Exodus – Illegale Palestina-gangers, 1945-1948’
Vlak na de oorlog vertrokken honderden Nederlands-joodse jongeren naar Palestina. Zij hadden amper de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog overleefd, of ze besloten al weer met gevaar voor eigen leven Nederland te verlaten. Op krakkemikkige overvolle schepen ondernamen ze de illegale tocht naar het ‘beloofde land’, en kwamen daarna opnieuw achter prikkeldraad terecht. In het Nationaal Holocaust Museum in oprichting is vanaf 5 oktober 2018 de tentoonstelling Exodus. Illegale Palestina-gangers, 1945-1948 te zien met de aangrijpende verhalen van Nederlanders die in Palestina een nieuw bestaan wilden opbouwen.
Na de bevrijding in 1945 was het voor de meeste joden moeilijk de draad van het leven weer op te pakken. Familieleden waren vermoord en hun bezittingen waren ze veelal kwijt. In de voormalige Duitse concentratiekampen verbleven na de oorlog nog altijd tienduizenden ontheemde joden, vooral uit Oost-Europa, die nergens naartoe konden. Ook in het naoorlogse Nederland konden veel joden niet aarden. Jongeren hadden een achterstand op school en jonge mannen werden opgeroepen om hun dienstplicht te vervullen in Nederlands-Indië.
Honderden jongeren vertrokken daarom tussen 1945 en 1948 naar Palestina om naar zionistisch ideaal mee te helpen aan de oprichting van een joodse staat. Maar Palestina stond onder Engels gezag en dat had stringente immigratiebeperkingen ingesteld voor joden. In antwoord hierop organiseerden Palestijnse joden grootscheepse clandestiene operaties om zoveel mogelijk Holocaust-overlevenden uit Europa naar Palestina te halen, alia bet genoemd. De Nederlanders reisden in het geheim in groepjes naar de Franse zuidkust, om zich daar in te schepen voor de overtocht naar Palestina; voor velen verliep die dramatisch.
Eenmaal in Palestijnse territoriale wateren vielen de Britse oorlogsschepen de boten vol migranten aan en de opvarenden werden vastgezet in kampen in Palestina en op Cyprus. De 4500 opvarenden van het beroemde schip de Exodus kwamen niet verder dan de kade van Haifa. Zij werden door de Britten onder dwang terug naar Europa verscheept en eindigden na maandenlange omzwervingen in de Britse bezettingszone van Duitsland. Zo zaten veel Holocaust-overlevenden opnieuw vast in voormalige concentratiekampen. Het leidde tot grote internationale verontwaardiging en heeft de oprichting van de staat Israël in 1948 versneld.
Twee keer in Bergen-Belsen
De tentoonstelling gaat over de joodse Nederlanders die illegaal probeerden Palestina binnen te komen: persoonlijke verhalen van mensen die niets meer hadden en een onzekere toekomst tegemoet gingen in een gebied dat nieuw voor ze was, in beeld gebracht met documenten, foto’s, reisverslagen, interviewfragmenten en historisch filmmateriaal. Er is aandacht voor onder meer de ervaringen van vier Amsterdamse jongeren, die meevoeren op de Exodus en Theodore Herzl. Een van hen, Marty van Collem (1929-2018), belandde in 1947 voor de tweede keer in haar leven in het kamp Bergen-Belsen. Amsterdammer Max Noach (1928) maakte gedetailleerde schetsen van zijn reis met de Theodor Herzl, waar de opvarenden in rekken met vier bedden boven elkaar in het benauwde ruim moesten slapen.
De tentoonstelling is mede samengesteld door filmmaker Ruben Gischler, die tussen 2012 en 2014 vijftien Nederlanders sprak over hun reis naar Palestina. Naar aanleiding van die gesprekken maakte hij in 2014 de documentaire Een rest keert weer.