“Van academici verwachten we taal van menselijkheid, compassie en hoop”
Eric Ottenheijm, Itamar ben Ami en Pooyan Tamimi Arab, religiewetenschappers die werkzaam zijn voor de Universiteit Utrecht, maken zich grote zorgen over een oproep van studenten die willen dat de Universiteit Utrecht eenzijdig Israël veroordeelt en pleiten voor een academische boycot. Zij vragen om een bredere kijk op de dagelijkse werkelijkheid en voor solidariteit met de slachtoffers in Gaza, de Westbank én Israël.
Door: Eric Ottenheijm, Itamar Ben Ami en Pooyan Tamimi Arab
Wij zijn ten diepste verontrust door de oproep, gericht aan het Bestuur van de Universiteit Utrecht, te komen tot een eenzijdige veroordeling van Israël en het instellen van een academische boycot. Gelukkig heeft het Universiteit Bestuur deze oproep tot dusverre afgewezen.
Wij maken ons grote zorgen over de gevolgen die deze verklaring nu al heeft voor het gevoel van veiligheid en thuis zijn van joodse en Israëlische collegae en studenten aan de UU. Daarom roepen we de opstellers op zich te bezinnen over de implicaties voor onze academische gemeenschap en de Universiteit vragen we om de veiligheid van joodse en Israëlische collegae en van alle studenten te waarborgen en te zorgen voor een respectvol, open academisch debat, in onderzoek en onderwijs.
Actief in vredesbeweging
De oproep van de studenten gaat volledig voorbij aan het benoemen van de aard van de gruwelijke aanslag die Hamas op 7 oktober, het feest van Simchat Tora uitvoerde op kibbutzim en dorpen, een terroristische aanslag. Deze aanslag trof meer dan 1000 onschuldige burgers en ruim 240 mensen op brute wijze gegijzeld of vermist zijn.
Vele slachtoffers waren en zijn notabene actief in de vredesbeweging. Door geen stelling te nemen tegen Hamas en Islamitische Jihad wordt steun gegeven aan partijen die geen belang hebben bij welke vredesregeling dan ook.
Ook wij zijn ten diepste begaan en diep geraakt door het lot van de bevolking in Gaza, politiek gegijzeld door Hamas en nu onderhevig aan bombardementen met 10.000 slachtoffers. De bevolking is afgesneden van de meest fundamentele voorzieningen.
Ook wij veroordelen racisme en aanvallen van radicale settlers op Palestijnen en onderkennen de gevolgen van de bezetting van de Westbank, met velen in Israël.
Passeren rode lijn
Maar de acties van de staat Israël framen als ‘kolonisatie’ en de aanval van Hamas als ‘dekolonisatie’ is historisch en staatsrechtelijk onzinnig en moreel abject. Politiek of religieus ideologische benaderingen die het bestaansrecht van de staat Israël in twijfel trekken, passeren een rode lijn en bestendigen en exporteren een politiek conflict.
De oproep getuigt verder van gebrek aan inzicht in de rol die academici vervullen in de culturele, wetenschappelijke en politieke discussies en politieke acties in Israël, zoals weer zichtbaar werd in het afgelopen jaar, en ook in deze dagen. Ze impliceert de facto verraad aan academische collegae die zich al sinds jaar en dag inzetten in de strijd voor erkenning van rechten van minderheden in Israël en een eigen staat van de Palestijnen.
Wij roepen onze collegae en studenten op om niet voorbij te gaan aan de dagelijkse werkelijkheid van mensen aldaar, hun verhalen en hun geschiedenis. Het onderzoeken van die geschiedenis voorbij ideologische rasters, de trauma’s die aan de basis liggen van dit politieke conflict te onderkennen en te duiden is voor ons de centrale academische opgave. Daarvoor is solidariteit vereist met de slachtoffers in Gaza, de Westbank én Israël. En tevens een taal van menselijkheid, compassie en hoop. Juist van academici mag dat worden verwacht, juist nu.
Bron: UU/DUB