Geplaatst op 9 juni 2019

“We moeten blijven leren van joden en het jodendom”

Hoe heeft de relatie tussen de katholieke kerk en het jodendom zich door de eeuwen heen ontwikkeld? Hoe gaat het nu met de joods-christelijke dialoog? En: wat kan de katholieke kerk van het jodendom leren? Over deze en andere vragen spreek ik met mgr. drs. Herman W. Woorts, bisschop-referent voor Kerk en Jodendom namens de Nederlandse R.K. Bisschoppenconferentie. Vandaag deel 1 van dit gesprek, morgen deel 2.

Door: Dianne Nijhuis

U bent ongetwijfeld niet zonder reden bisschop-referent voor Kerk en Jodendom. Wat heeft u precies met het jodendom?

“Ik ben in 1963 geboren naast een joodse familie. Later zijn we binnen het dorp Abcoude verhuisd. Vlakbij woonde een andere joodse familie met kinderen. Ik kwam bij hen in huis en speelde met de kinderen. Dat was heel vanzelfsprekend. Toen ben ik naar de middelbare school gegaan en daarna theologie gaan studeren in Amsterdam.

Binnen de theologie-opleiding was het heel belangrijk over jodendom te leren. Ik heb o.a colleges mogen volgen bij rabbijn dr. Yehuda Ashkenazy. Ik herinner mij dat hij gelijk aan het begin zei: ‘Ik leer jullie over het jodendom. Niet om van jullie joden te maken, maar om jullie te helpen goede christenen te zijn’. Zo heb ik ons eigen geloof ook beter leren begrijpen.

Dus het jodendom is voor mij van kinds af een aanwezigheid geweest, bewust of onbewust. Ik ben erin meegegroeid. En zeker sinds ik referent ben voor kerk en jodendom heb ik regelmatig contacten met joden: zowel persoonlijk als ook met gemeenschappen en joodse instanties. Dat heeft mij verrijkt en verrijkt mij”.

Hoe heeft uw band met het jodendom zich ontwikkeld? Wat waren ‘highlights’?

“De eerste fase was het persoonlijk leren kennen van joden. Door studie, door erover te leren en door op studiereis of bedevaart te gaan naar Israël. Maar sinds ik referent ben, is nog meer persoonlijke binding met joden belangrijk geworden. Hieruit zijn ook vriendschappen en vertrouwensbanden ontstaan. Belangrijk is het besef dat we uit hetzelfde voortkomen, het geloof in de God van Israël, hoe verschillend we ook zijn.

Een highlight was voor mij het vieren van het tienjarig bestaan van de Dag van het Jodendom in Nederland in het Joods Historisch Museum. We deden dat met vertegenwoordigers van zowel orthodoxe als liberale joodse gemeenschappen in Nederland, samen met een groot deel van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. We waren daar samen op basis van gemeenschappelijk vertrouwen. Er is echt een band. Toen ik referent werd, merkte ik dat dat het eerste is dat moet gebeuren: het ontvangen van vertrouwen van concrete mensen. Dat moet groeien door de kennismaking en de band die je opbouwt. Wat ook heel sterk heeft gewerkt, is de duidelijke verklaring en publieke stellingname van de Nederlandse bisschoppen tegen het antisemitisme. Dat waardeerden de joodse gemeenschappen zeer.

Een persoonlijk hoogtepunt was voor mij ook de aanwezigheid van een joodse kennis die voor mij onverwacht een eucharistieviering kwam bijwonen waarvan ik de celebrant was. Dat was een verrassing voor mij. Ik vond het heel bijzonder dat hij dat deed.”

Wat betekent het voor u dat Jezus een jood was?

“Jezus mogen we niet los zien van zijn eigen joodse context. Dat besef is sinds het Tweede Vaticaans Concilie veel meer doorgedrongen. Het besef dat allereerst Jezus, maar ook Maria, Jozef en de apostelen leefden als joden en trouw waren aan de joodse Wet en Profeten: dat geeft voor mij aan dat God heel concreet bezig is met zijn mensen.

Het joodse volk, waartoe ook Jezus behoort, is het volk van Gods eerste en blijvende uitverkiezing. Dat is het volk waarmee God de heilsgeschiedenis begon. Volgens ons geloof is Hij de Zoon van God, de Messias, de Christus. Maar dat is heel concreet gesitueerd in het leven van het Joodse volk. De Heer is ook niet gekomen om op te heffen, maar om tot vervulling te brengen.”

Nostra aetate is een verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie over de verhouding van de katholieke kerk tot de niet-christelijke godsdiensten, waaronder het jodendom. Nostra aetate moedigt joden en christenen aan om elkaar beter te leren kennen en te waarderen. Ook benadrukt ze het grote belang van Jezus’ eigen joodse context voor de verhouding tussen het joodse volk en de katholieke kerk. Was deze verklaring een belangrijk moment in de joods-christelijke verhouding?

“Zeker, dat was een enorm belangrijk moment. Er is toen ook een verklaring over de relatie met de joden gekomen. Daar is afstand genomen van het standpunt dat het christendom het jodendom vervangen heeft. En meerdere keren sinds paus Johannes XXIII gaven pausen de blijvende betekenis aan van de joden en het jodendom voor ons christen-zijn. Paus Johannes Paulus II sprak over de joden als onze oudere broers. Zijn opvolger, paus Benedictus XVI, sprak over de joden als ‘de vaders in ons geloof’. Dat geeft ook aan dat het jodendom ons vooraf gaat in ons geloof. En ook paus Franciscus benadrukte meerdere malen dat we geen christen kunnen zijn zonder erkenning en eerbiediging van onze joodse wortels. We moeten blijven leren van joden en het jodendom. Juist om ook ons eigen geloof, ja om Christus beter te leren kennen.”

Hoe belangrijk is kennis van het jodendom voor u?

“Een aantal jaren geleden was ik met een internationaal gezelschap in Amerika. In het kader van de joods-katholieke dialoog bezochten wij ook Talmoedscholen. Het is indrukwekkend te zien hoe daar gestudeerd wordt. De overdracht van blijvend leren en de overdracht van kennis zijn in het jodendom heel sterk. Niet alleen de generaties door, maar allereerst in het gezin. Zowel de kennis van het hoofd als de kennis van het hart zijn belangrijk. Het leren ‘over’, dus ‘uit het hoofd’, moet meer inzicht geven en uiteindelijk ook meer bewondering voor de wijsheid van de kennis zelf. Dat heeft weer te maken met ‘het hart’.”

Hoe belangrijk zijn goede contacten met de joodse gemeenschap voor de katholieke kerk?

“Daar zijn verschillende lagen in aan te brengen. Voor de katholieke kerk is de persoonlijke laag belangrijk. De persoonlijke laag heeft met onze wortels te maken. Het herinnert ons aan waar wij vandaan komen: uit het joodse volk. Naast persoonlijke ontmoetingen verrijkt de joodse gemeenschap de katholieke kerk ook met haar kennis, wijsheid en inzichten. Bijvoorbeeld door het lezen van boeken of artikelen. Dit helpt om Gods Woord vanuit joods perspectief beter, dieper of anders te leren verstaan.”

Kunt u uitleggen hoe dat laatste voor u werkt?

“Wat wij met de joden delen, is het toekomstige perspectief. Zij verwachten de Messias. Deze zal de uiteindelijke shalom, de uiteindelijke vrede brengen. Voor ons is de Messias, Jezus Christus, al gekomen. Maar net als de joden beseffen ook wij dat de werkelijkheid nog niet is voltooid. Uiteindelijk zal de Heer wederkomen en zal de uiteindelijke voltooiing moeten komen. Die toekomstige verwachting delen wij met de joden. Het is de gezamenlijke opdracht van joden en christenen om zoveel mogelijk bij te dragen aan die toekomstige vrede en gerechtigheid. Dat vraagt om een actieve houding en inzet.”

Volgens de website van de Katholieke Raad voor het jodendom is ‘de joods-christelijke dialoog geen vrijblijvende hobby voor een paar christenen, maar raakt die aan de kern van de christelijke existentie’. Wat vindt u hiervan?

“Voor ons gaat het om onze Heer en zijn evangelie beter te leren kennen. De joods-christelijke dialoog helpt ons Jezus in zijn eigen context beter te verstaan. Voor belijdende joden is Jezus niet de Messias en is Hij niet Gods Zoon. Dat geldt niet alleen voor joden, maar ook voor moslims. Maar voor ons is in Hem God mens geworden. De hele discussie met en rond Jezus in de evangeliën speelt zich juist af rond de vraag: ‘Wie is Hij?’”

Is dat ook een twistpunt?

“Jazeker, dat is een duidelijk onderscheid. Dat merk je ook in de contacten. Wij zijn veel meer geïnteresseerd in de verdieping van het jodendom omdat het ons helpt onze roots te verstaan. Het christendom is ooit begonnen als een joodse beweging, terwijl belijdende joden die theologische benadering voor zichzelf niet nodig hebben.

In onze huidige samenleving hebben joden en christenen elkaar nodig voor onderlinge steun. Zowel kerken als synagogen worden kleiner. Die steun is meer dan praktisch. Het is ook helpen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van toenemend antisemitisme. Dat raakt de existentie van joden in onze samenleving. Het is dan aan ons om bij te dragen uitingen van antisemitisme te signaleren en te bestrijden. Maar ook discussies rond de besnijdenis of rond het ritueel slachten. Deze zaken raken het jodendom in haar diepste wezen. Ook daarin kunnen we bondgenoten zijn. Dat raakt allemaal aan godsdienstvrijheid. Een van de rabbijnen heeft mij eens gezegd: ‘Jullie beginnen nu steeds meer mee te maken en ook te beseffen wat het is om een minderheid te zijn’. Wij zijn als christenen natuurlijk altijd eeuwenlang een meerderheid geweest. En dat is nu volstrekt anders. Joden kennen niet anders dan dat.”

Morgen deel 2 van dit interview op de website van de KRJ.

Begin 2018 hebben we mgr. Woorts ook al eens (kort) geïnterviewd op video. Klik hier om deze video te bekijken.

Foto: Dianne Nijhuis


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.