Zwartepieten over Joden en christenen
“De PKN heeft haar eigen zwartenpietendiscussie.” Dat zei Gé Speelman, dagvoorzitter, gistermiddag tijdens de studiemiddag over de band tussen Joden en christenen in ontmoetingscentrum De Nieuwe Poort in Amsterdam. “Het gaat bij beiden uiteindelijk over de identiteit: waar komen we vandaan en waar gaan we heen…”
Door: Cor Sinnema
Aanleiding voor het protestantse binnenkerkelijke zwartepieten was het manifest dat dominee Jan Offringa vanuit de groep liberale predikanten enkele maanden geleden uitbracht. Hij heeft een steen in de vijver gegooid door de naam ‘Israël’ te verwarrend, mistig, vaag en onduidelijk te noemen. Er kan immers een volk, een land of een staat mee bedoeld worden. Liever zou hij de bijzondere relatie weergeven door te spreken over een dialoog tussen religieuze tradities. Direct na de oorlog, toen de verschrikkingen van het Joodse volk duidelijk waren geworden, bleek er behoefte om een teken van verbondenheid te geven. Door dit manifest wordt deze band opnieuw ter discussie gesteld.
‘Wild geraas’ volgde binnen diverse gemeenten. De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) pakte de handschoen op en organiseerde samen met de PKN en de Stichting tot Bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs in de Judaïstiek een studiemiddag op de eerste woensdag van november, tevens dankdag voor het gewas. Er waren bloemen en voor de deelnemers volop fruit!
Op het thema: ‘Wat heeft de kerk op dit moment met het Bijbelse Israël?’ werd gereflecteerd door vertegenwoordigers van diverse disciplines.
Na de inleidingen ontstond een spannend maar zeer ordelijk debat. In sneltreinvaart kwamen de standpunten in alle nuanceringen voorbij. Alle aanwezigen toonden een grote betrokkenheid bij het Joodse volk en zijn godsdienst. Onbeantwoord bleef de vraag of en hoe dat in een kerkorde onder woorden moet worden gebracht.
Hanneke Gelderblom, een van de Joodse aanwezigen, deed de suggestie om voortaan te spreken over het Joodse volk in plaats van het volk Israël, maar dat ging de aanwezigen te snel. Eeuwout Klootwijk van de PKN (zie foto links) adviseerde om kleine stapjes te nemen om te voorkomen dat men struikelt.
Binnen de katholieke kerk is de discussie momenteel niet erg actueel. Sinds 1993 heeft het Vaticaan de staat Israël officieel erkend. Men vindt dat het Joodse volk net als elk ander volk recht heeft op een eigen staat en ook een eigen thuis.
Dat neemt niet weg dat ook hier wordt nagedacht over deze kwestie. De naam “Katholieke Raad voor Kerk en Israël” werd onlangs gewijzigd in “Katholieke Raad voor het Jodendom”. Er zijn plannen om hierover komend voorjaar een werkconferentie te organiseren in katholieke kring.
Voor geïnteresseerden zijn alle sheets en inleidingen van de studiedag binnenkort beschikbaar op de website van de PThU.
Inleiders (vlnr):
– Dineke Houtman, bijzonder hoogleraar Judaïca met bijzondere aandacht voor de verhouding van Jodendom en christendom, PThU
– Gert van Klinken, kerkhistoricus PThU
– Rick Benjamins, dogmaticus en bijzonder hoogleraar vrijzinnige theologie PThU
– Wouter Slob, bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Protestantse Kerk, Theologie en Cultuur’ aan de Rijksuniversiteit Groningen
– Rinse Reeling Brouwer, bijzonder hoogleraar PThU vanwege de Stichting Miskotte/Breukelman voor de hermeneutiek van de Bijbelse Grondwoorden
– Rachel Reedijk, cultureel antropoloog, schrijver en lid van de dialoogcommissie van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam
Cor Sinnema is secretaris van de Katholieke Raad voor het Jodendom