Geplaatst op 18 april 2019

Verslag Boekpresentatie ‘Maar wij noemen hen Joden – antizionisme in de praktijk’

In de goedgevulde Rabinzaal van het CIDI werd op 17 april het boek ‘Maar wij noemen hen Joden – antizionisme in de praktijk gepresenteerd’.

Door: Tineke de Lange

Auteur Klaas Smelik hield een kort betoog over het onderscheid tussen redelijke kritiek op de staat Israël en antisemitisme en over verschillende vormen van antizionisme. Het zogeheten ‘salonfähige antizionisme’ maakt onderscheid tussen de staat Israël enerzijds en Joden en het Joodse volk anderzijds, bij het door emoties ingegeven antizionisme is dit verschil weggevallen.

De grondgedachte is echter gelijk: door demonisering van de Joodse staat en het Joodse volk de Joodse staat wegvagen. Dat de antizionisten hun stem steeds luider en onverkwikkelijker laten horen is te verklaren uit het feit dat de aandacht voor de Palestijnse zaak verslapt.

In het Westen roept de BDS-beweging steeds meer irritatie op, terwijl in de Arabische wereld onder invloed van de Iraanse dreiging het enthousiasme voor een Palestijnse staat tanende is. Met het roeren van de anti-Israëltrom neemt het antisemitisme in Europa, ook in Nederland, zeker toe. De zogeheten IHRA-werkdefinitie van antisemitisme biedt een goed handvat om dit antisemitisme juridisch en maatschappelijk aan te pakken.

Het effect zou echter groter zijn als Jodenhaat niet meer geschaard zou worden onder de algemene noemer ‘racisme’, maar zou worden gezien als eigenstandig fenomeen – ook al omdat juist antiracisten vaak blijk geven van antisemitische opvattingen. Dit laatste werd onderschreven door Tweede Kamerlid Dilan Yesilgöz (VVD), die het eerste exemplaar van het boek in ontvangst nam. Zij vertelde onder meer over een verkiezingsdebat in het Joods Historisch Museum (!) waarbij de vertegenwoordiger van een antiracismepartij onbekommerd sprak van ‘de Joodse lobby’.

CIDI-directeur Hanna Luden nam hierna de microfoon ter hand om de vraag te stellen wanneer er echt sprake is van antizionisme en wanneer niet. Een antwoord op deze prangende vraag bleef jammer genoeg uit, omdat op dat moment de Israëlische ambassadeur binnenstapte. Hij hield een uiterst beknopt pleidooi voor een ‘common struggle against antisemitism’.

Hanna Luden eindigde de presentatie met de oproep antisemitische incidenten toch vooral te melden bij het CIDI, om zo een beter beeld te krijgen van het probleem.

Tineke de Lange is beleidsmedewerker van de Katholieke Raad voor het Jodendom en Begeleidingscommissie Jodendom van de Nederlandse Bisschoppenconferentie

Foto: CIDI


  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.