Recensie van ‘Numeri’ van Jonathan Sacks
De in 2020 overleden Jonathan Sacks, opperrabbijn van Groot-Brittannië en lid van het Britse Hogerhuis, gaat opnieuw de dialoog aan met vele rabbijnen, filosofen en wijzen van voorgaande eeuwen tot en met moderne wetenschappers als psychologen, antropologen of neurowetenschappers uit onze tijd.
Door: Cor Sinnema
Het onlangs verschenen boek Numeri, boek van de woestijnjaren is het vierde boek van de Tora en wordt in de Hebreeuwse Bijbel Bemidbar (= in de woestijn) genoemd. De Latijnse naam Numeri (het boek van de tellingen) blijkt terug te gaan op de oude rabbijnse naam, waarvoor Sacks in het tweede hoofdstuk een verklaring geeft. Dit vierde boek van de Tora is volgens Sacks het meest uitdagende van de vijf boeken van Mozes omdat het oogt “als een samenraapsel van aan elkaar geplakte teksten zonder overkoepelende structuur of thematiek” (blz. 11).
In zijn inleiding geeft hij daarom eerst zeven exegetische principes die kunnen helpen om het mysterie van het boek voor een groot deel te ontcijferen en te begrijpen waarom het zo is opgebouwd. De woestijn was de halteplaats onderweg en niet het doel van de reis. Met tweeënveertig pleisterplaatsen is de tocht door de woestijn ook een spirituele en psychologische reis. Alleen door een stap terug te doen en het boek te bekijken in de context van de Tenach als geheel, kun je het antwoord vinden op de vraag waarom God dit volk heeft uitgekozen.
De zesendertig hoofdstukken van Numeri behandelt Sacks volgens de indeling van tien gedeelten die in de synagoge worden gelezen. De titels zijn ontleend aan de beginwoorden van het betreffende deel. Elk hoofdstuk telt vier tot zes essays. Samen vijfenvijftig essays, van telkens vijf à zes bladzijden. Al deze essays zijn prachtig geschreven én vertaald. Ze zijn uitstekend bruikbaar voor een dagelijkse meditatie of studie van het jodendom, de voorbereiding van de preek of een catechese.
Sacks wijst op de schijnbare tegenstrijdigheden in de tekst van Numeri of op een heterogene verzameling onderwerpen die niets met elkaar te maken hebben. Steeds weer komt hij terug op het ongelijknamige karakter en de raadselachtige structuur in het boek. Ze plaatsen de lezer vaak voor een raadsel, maar als kenner van de traditie blijft hij zoeken naar eenheid en samenhang in de tekst: “De rabbijnen gingen ervan uit dat elk woord van de Tora zinvol is.” (blz. 101). Op die manier slaagt hij erin om een logische verklaring te geven voor de afwisseling (hij noemt het een mengelmoes) van wetsteksten en verhalende delen in dit Bijbelboek. Zo maakt hij duidelijk waarom het een wezenlijk kenmerk van de joodse geschiedenis is dat de Tora werd ontvangen in de woestijn en niet tijdens de ballingschap of in het beloofde land. Door de Tora aan Israël te geven heeft God dit volk zijn liefde verklaard. De volkstelling in opdracht van God is een gebaar van goddelijke liefde. De liefde van God voor zijn volk wordt nog eens extra benadrukt in de profetenlezing (de haftara) van Hosea, die na het eerste deel (parasja) van Numeri in de synagoge wordt gelezen: “De woestijnjaren waren een soort huwelijksreis van God met het volk. (…) De verbondssluiting op de Sinaï was een soort huwelijksceremonie…”
Op de vraag waarom er meerdere volkstellingen worden gehouden, haalt Sacks het simpele maar tegelijk mooie antwoord aan van Rasji, de middeleeuwse rabbijn, die zegt dat het tellen van het volk een daad van goddelijke liefde is.
Sacks geeft door alle essays heen verklaringen voor tal van kenmerken van het jodendom: aandacht voor de naam, de stam, familie, de rol van de leider, zijn leiderschapsstijlen, de koning, de profeet en de priester. Natuurlijk gaat hij in op de vorm, de inhoud en de betekenis van de beroemde priesterlijke zegen in Numeri 6. Naast de grote lijnen, staat hij soms ook uitvoerig stil bij verklaringen van een enkel woord, een paar zinnen of verzen ‘tussen haakjes’, zoals de passage die precies op de scheidslijn staat tussen tijdloosheid van het volk Israël bij de berg Sinaï en het tijdgebonden karakter van hun reis naar het beloofde land. Natuurlijk schenkt hij aandacht aan de rol van de verkenners in Numeri 13. Commentatoren uit alle eeuwen komen langs, zoals Rabban Jochanan ben Zakkai en Maimonides, tot en met de orthodoxe uitleg van rabbijn Schneerson van de Chabad-Lubavitch beweging.
Het boek sluit af met een Verantwoording bij de vertaling waarin als bijzonderheid wordt vermeld dat uitgeverij Skandalon in 2023 een bijgewerkte editie hoopt uit te geven van het ‘Oranje boekje’, Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, de spellinggids, die al jaren niet meer verkrijgbaar is.
Vertaler en uitgever mogen trots zijn op dit nieuwe deel van de prachtige reeks commentaren die Sacks heeft nagelaten. Ik kijk met spanning uit naar het vijfde deel, Deuteronomium, dat eind 2023 moet verschijnen.
Boekgegevens
Numeri, boek van de woestijnjaren. Deel 4 in de serie Verbond en dialoog, joodse lezing van de Tora. Door Jonathan Sacks, Uitg. Skandalon, ISBN 978-94-92183-94-1, 2022, 393 blz., € 34,99.
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom Den Bosch