‘Etty Hillesum – Het verhaal van haar leven’ – Recensie Cor Sinnema
Onlangs is de langverwachte biografie van Etty Hillesum verschenen. Judith Koelemeijer is bij het schrijven ervan niet over een nacht ijs gegaan. Onafgebroken en minutieus archiefonderzoek in binnen- en buitenland heeft haar veel nieuwe details opgeleverd over de schrijfster van het wereldberoemde ‘verpletterende’ dagboek.
Door: Cor Sinnema
Koelemeijer beschrijft heel gedetailleerd het korte leven van Etty vanaf haar geboorte in 1914, haar jeugd met de vele verhuizingen, haar jaren voor en tijdens de oorlog in Amsterdam, haar vele vrienden en vriendinnen, haar inspanningen om Russisch te leren in Leiden, tot aan haar deportatie naar Auschwitz. Als datum van overlijden wordt 30 november 1943 aangehouden. Alleen voor de beschrijving van haar laatste levensdagen moest ze zich baseren op veronderstellingen en waarschijnlijkheden.
Etty blijkt veel moeite te hebben gehad om te worden wie ze was. Daarvan getuigt ze zelf in haar dagboek. Koelemeijer ziet hiervoor verklaringen door haar afkomst en de “rarigheid in de familie”, zoals de titel van een van de achttien hoofdstukken getiteld is. Haar moeder viel al op toen zij als Joodse zich in 1909 in Nederland als vluchtelinge meldde, verkleed als Russisch soldaat. Haar vader Louis had ooit rabbijn willen worden, maar na zijn breuk met zijn Joodse verleden werd hij leraar klassieke talen. Zijn carrière begon in Middelburg (waar Etty in 1914 werd geboren) en ging via Hilversum, Tiel, Winschoten naar Deventer, waar hij als rector van het gymnasium op last van de bezettende overheid moest stoppen.
Haar broer Jaap kende manische periodes en haar schizofrene broertje Mischa moest regelmatig worden opgenomen. Dat bracht enorme spanningen met zich mee.
Ook Etty had last van depressies en heeft verschillende zenuwinzinkingen gehad. Ze werd heen en weer geslingerd tussen uitersten en was bang dat ze aan dezelfde gekte leed als haar broer. Na haar eindexamen gymnasium in 1932 ging Etty rechten studeren in Amsterdam. Hier ging zij aan zichzelf werken onder leiding van Julius Spier, de chiropsycholoog, die ze toevallig had ontmoet. Dankzij Spier leerde ze naar zichzelf luisteren of Hineinhören, zoals Spier dat noemde. Ze noemt het opmerkelijk van zichzelf dat ze dit als Jodin op haar knieën ging doen op de kokosmat van de badkamer. Onder invloed van Spier maakte ze tijdens de oorlogsjaren een religieuze ontwikkeling door en is ze een diepgelovig mens geworden. Op zijn advies begon ze in maart 1941 aan haar dagboek: “Vooruit dan maar!”
Hiermee begon wat Koelemeijer noemt een ‘meedogenloos eerlijk zelfonderzoek’. Van haar dagboeken is deel zeven verloren geraakt, maar deze hiaten kon ze aanvullen met een dagboek van Leonie Snatager, een vriendin van Etty, die de oorlog heeft overleefd en naar de Verenigde Staten was geëmigreerd. Koelemeijer kon de brieven en documenten uit haar archief inzien.
Etty kon goed schrijven en dat wist ze. Ze had een grote binnenwereld en flinke verbeeldingskracht. Ze kon in gedachten afstand nemen, liet zich niet meeslepen door de emoties, hoe ellendig de omstandigheden ook waren en hoezeer zij ook op de proef werd gesteld. Zij ontwikkelde een heel persoonlijk godsbeeld en leerde met spanningen om te gaan. Ze werd “de kroniekschrijfster van de Joodse lotgevallen”, wat ze altijd al wilde. Koelemeijer constateert: “Etty had zich voorgenomen te getuigen waarvan getuigd moest worden. (…) Ze maakte literatuur van haar ervaringen en werd de schrijver die zij al zo lang wilde worden.” (367). Koelemeijer slaagt erin de mensen uit de naaste omgeving van Etty tot leven te brengen, aan het woord te laten en in te kleuren. Dat is letterlijk te zien op de omslag van het boek. Het is een van de weinige foto’s waarop Etty níet nadrukkelijk poseert en zelfs lacht. De oorspronkelijke zwart-wit foto geeft veel informatie bloot.
Het meest bijzonder blijft dat Etty zo nadrukkelijk solidair wilde zijn met haar volk. Ze wilde “het lot van haar volk’ delen, het “lot van haar lotgenoten”, “het eeuwenoude lot van de vervolgde Joodse volk” (375). Dat is een bijzondere keuze, die nog steeds respect afdwingt en ook tot haar geheim gerekend zal blijven. Ze wilde ondergaan wat het Joodse volk te verwerken had. Ze kon niet anders dan aan haar overtuiging vasthouden en zichzelf trouw blijven.
Koelemeijer heeft de vele getuigenissen en ontdekkingen over Etty Hillesum prachtig opgeschreven waardoor het leven van Joden in Nederland tijdens de vorige eeuw zichtbaar en invoelbaar wordt. Het is bijna een wetenschappelijk boek met wel 1500 voetnoten over alle mensen uit de omgeving van de schrijfster die over hen en zichzelf al zoveel heeft prijsgegeven in haar eigen dagboek. Gelukkig is Etty Hillesum een discussie bespaard gebleven zoals woedt tussen vakspecialisten over het dagboek van Anne Frank. Ook daarvan kunnen we leren. Wie het dagboek van Etty nog niet kent, zal er na lezing extra nieuwsgierig naar worden. Overigens stoort het mij, dat uitgerekend waar het woord ervaren voor Etty zo’n grote betekenis heeft (zij kon haar ervaringen goed onder woorden brengen!), Judith Koelemeijer consequent ‘ervaarde’ gebruikt in plaats van ‘ervoer’.
Het lezen van deze biografie in een tijd waarin we dagelijks geïnformeerd worden over het verloop van de oorlog in Oekraïne en de stroom asielzoekers die naar ons land komen, geven de achtergronden van de gebeurtenissen in het leven van Etty een bijzonder actuele dimensie.
Boekgegevens:
Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven. Judith Koelemeijer. Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2022 ISBN 978 94 638 2174 2, 574 blz., € 34,95
Cor Sinnema is permanent diaken in het bisdom Den Bosch